ECLI:NL:GHAMS:2001:AE1404
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Onnes
- J. Boersma
- M. Goes
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kwalificatie van een aanvulling op de aangifte inkomstenbelasting als bezwaarschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de kwalificatie van een aanvulling op de aangifte inkomstenbelasting als bezwaarschrift. Belanghebbende had op 14 maart 2000 aangifte gedaan voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999 en deze aangifte later aangevuld op 16 mei 2000. De inspecteur had echter de aanslag opgelegd op basis van de oorspronkelijke aangifte, zonder kennis te nemen van de aanvulling. Belanghebbende had binnen de termijn van zes weken na de dagtekening van de aanslag geen bezwaren ingediend.
Het Hof oordeelde dat de aanvulling van 16 mei 2000 niet als een bezwaarschrift kon worden aangemerkt, omdat deze enkel een aanvulling op de eerder ingediende aangifte betrof. Het Hof stelde vast dat de inhoud en strekking van de brief bepalend zijn voor de kwalificatie als bezwaarschrift, en niet de kwalificatie die de inspecteur eraan had gegeven. Bovendien werd vastgesteld dat de brief van 18 november 2000, waarin belanghebbende reageerde op een verzoek om nadere inlichtingen, ook niet als bezwaarschrift kon worden aangemerkt.
Het Hof concludeerde dat de inspecteur ten onrechte de indruk had gewekt dat belanghebbende beroep kon instellen tegen zijn uitspraak, en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van het door belanghebbende gestorte griffierecht en de proceskosten. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd, omdat deze was gedaan zonder dat er sprake was van een bezwaarschrift. Het Hof verklaarde het beroep gegrond en wees de kosten toe aan belanghebbende.