ECLI:NL:GHAMS:2002:AE3232
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Van Loon
- Mr. Rentenaar-Groot
- Rechtspraak.nl
Buitengewone lasten in verband met levensonderhoud zoon en recht op kinderbijslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 mei 2002 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst Particulieren, P, betreffende de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. Belanghebbendes zoon, Y, volgde in 1996 een opleiding tot verkeersvlieger, waarvan een groot deel in de Verenigde Staten plaatsvond. Belanghebbende voerde een bedrag aan buitengewone lasten op in verband met de kosten van levensonderhoud van zijn zoon, maar de inspecteur weigerde deze aftrek en stelde dat belanghebbende recht had op kinderbijslag voor zijn zoon. Belanghebbende heeft op enig moment afgezien van het recht op kinderbijslag, in de overtuiging dat hij hier geen recht op had, wat het Hof begrijpelijk achtte gezien de onduidelijkheid van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de negatieve berichten die hij ontving.
Het Hof concludeerde dat, onder de gegeven omstandigheden, de uitgaven van belanghebbende voor het levensonderhoud van zijn zoon als buitengewone lasten konden worden aangemerkt. De navorderingsaanslag kon daarom niet in stand blijven. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak en de navorderingsaanslag, en veroordeelde de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 805. Tevens werd de Staat gelast het betaalde griffierecht van € 27,23 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. Van Loon, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Rentenaar-Groot als griffier.