4.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. De ziekenfondsen zijn alle toegelaten ziekenfondsen in de zin van artikel 34 Ziekenfondswet (Zfw). Zij zijn op grond van die wet verplicht de bij hen verzekerde personen te doen voorzien van verstrekkingen in natura, waaronder huisartsen-zorg. Daartoe sluiten de ziekenfondsen medewerkersovereen-komsten in de zin van artikel 44 Zfw met zorgaanbieders, waaronder huisartsen. De verzekerde personen kunnen in beginsel slechts een zorgaanbieder kiezen waarmee hun ziekenfonds een medewerkersovereenkomst heeft gesloten.
b. Een huisarts kan voor elke bij hem als patiënt ingeschreven ziekenfondsverzekerde aan het desbetreffende ziekenfonds het zogenaamde abonnementstarief in rekening brengen: dat is een vaste vergoeding per jaar, ongeacht het aantal en de aard van de behandelingen. Aan particulier verzekerde patiënten kan de huisarts een tarief per verrichting in rekening brengen. In sommige gevallen kan een huisarts, indien zich een ziekenfonds-verzekerde patiënt tot hem wendt en er tussen de huisarts en het ziekenfonds waarbij de patiënt is verzekerd geen medewerkersovereenkomst bestaat, het zogenaamde passantentarief in rekening brengen, dat gelijk is aan het tarief voor particuliere patiënten.
c. Krachtens de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG) worden de (maximum)tarieven voor de onder de wet vallende organen voor gezondheidszorg goedgekeurd of vastgesteld door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG). Voor huisartszorg heeft het CTG tariefbeschikkingen met maximumtarieven vastgesteld, waaronder een beschikking voor huisartszorg aan ziekenfondsverzekerden (met het abonnementstarief en het passantentarief) en een beschikking voor huisartszorg aan niet-ziekenfondsverzekerden (met het particuliere tarief).
d. De leden van de maatschap zijn vrij gevestigde huisartsen in IJsselstein. Zij hebben zowel ziekenfondsverzekerden als particulier verzekerden als patiënten. Tussen de huisartsen en hun patiënten bestaan behandelingsovereenkomsten als bedoeld in artikel 7:446 BW.
e. Per 1 januari 1992 is, teneinde onderlinge concurrentie en marktwerking tussen de ziekenfondsen mogelijk te maken, de territoriale begrenzing van de werkgebieden van de zieken-fondsen opgeheven. Als gevolg daarvan kunnen ziekenfondsen hun diensten in heel Nederland aanbieden en kunnen ziekenfonds-verzekerden een keuze maken uit over heel Nederland verspreide ziekenfondsen.
Tevens is per 1 januari 1992 de tot dan toe bestaande verplichting voor ziekenfondsen komen te vervallen om met alle binnen hun regio gevestigde huisartsen medewerkers-overeenkomsten aan te gaan.
f. De in dit geding optredende ziekenfondsen zijn alle gevestigd buiten de regio waarin de huisartsen van de maatschap werkzaam zijn; vanuit de maatschap bezien zijn zij "verre ziekenfondsen", vanuit de ziekenfondsen bezien zijn de huisartsen van de maatschap "verre huisartsen".
g. Tussen de in dit geding optredende ziekenfondsen en huisartsen hebben medewerkersovereenkomsten bestaan. De huisartsen hebben echter in de loop van 2001 aan de ziekenfondsen medegedeeld dat zij de overeenkomsten niet zullen verlengen (geen nieuwe overeenkomsten zullen aangaan), omdat zij naar hun oordeel te veel contacten hebben te onderhouden met vele ziekenfondsen in het land waardoor een te grote hoeveelheid administratieve rompslomp is ontstaan; zij handhaven daarom alleen nog de overeenkomsten met de ziekenfondsen in de eigen regio. Inmiddels zijn alle medewerkersovereenkomsten van de huisartsen met de in het geding optredende ziekenfondsen in de loop van 2002 beëindigd.
h. De huisartsen hebben aan hun patiënten die bij de verre ziekenfondsen waren verzekerd een brief doen toekomen waarin zij in kennis werden gesteld van de aanstaande beëindiging van de medewerkersovereenkomsten tussen hun ziekenfonds en hun huisarts. In die brief werden aan de patiënten drie mogelijkheden voorgehouden:
1. U blijft bij uw huisarts. Deze berekent u het particuliere tarief en u declareert deze kosten bij uw ziekenfonds. Het is overigens niet zeker of uw verzekeraar de kosten ook gaat vergoeden.
2. U blijft bij uw huisarts en u verzekert zich bij één van de bovengenoemde ziekenfondsen (adressen zie bijlage). U blijft dan gewoon ingeschreven als ziekenfondsverzekerde bij uw huisarts. (...)
3. U kiest een andere huisarts die wel een contract heeft met uw verzekeraar.