GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Elfde Enkelvoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van X te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst P, de inspecteur.
1. Loop van het geding
Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 2 november 2000, ingediend door A (Bedrijfsadviesbureau "A") te B als gemachtigde en aangevuld bij brief van 30 januari 2001.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van de inspecteur, gedagtekend 26 september 2000, betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 maart 1999 tot en met 31 december 1999.
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag opgelegd tot een bedrag van ƒ 7.685 aan enkelvoudige belasting. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag is deze bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.
Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak van de inspecteur en tot vernietiging van de naheffingsaanslag.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en concludeert uiteindelijk tot gegrondverklaring van het beroep en vermindering van de naheffingsaanslag tot ƒ 7.543 aan enkelvoudige belasting.
Ter zitting van 12 december 2001 is verschenen vorenvermelde gemachtigde, alsmede namens de inspecteur mr. C. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en met bijlagen overgelegd. De inspecteur heeft van de bijlagen kennis kunnen nemen en heeft zich erover kunnen uitlaten. De pleitnota en de bijlagen worden tot de gedingstukken gerekend. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier proces-verbaal opgemaakt.
Het Hof heeft - in afwijking van de mededeling ter zitting dat op 24 december 2001 uitspraak zou worden gedaan - het vooronderzoek heropend. Bij brief van 9 januari 2002 heeft het Hof aan partijen nadere inlichtingen gevraagd. Bij brief van 5 februari 2002 heeft de inspecteur nadere inlichtingen verstrekt. Bij brief van 11 maart 2002 heeft de griffier van deze brief een afschrift aan de gemachtigde gezonden. Bij brief van 8 april 2002 heeft de gemachtigde nadere inlichtingen verstrekt. Van deze brief heeft de griffier bij brief van 17 april 2002 een afschrift aan de inspecteur gezonden.
Ter zitting van 16 oktober 2002 zijn verschenen vorenvermelde gemachtigde en D, firmant van belanghebbende, alsmede namens de inspecteur mr. C. Ter zitting is E als getuige gehoord. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd. De pleitnota wordt tot de gedingstukken gerekend. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier proces-verbaal opgemaakt. Het Hof heeft in afwijking van de mededeling ter zitting dat op 30 oktober 2002 mondeling uitspraak zou worden gedaan schriftelijk uitspraak gedaan. Bij brief van 28 oktober 2002 heeft de griffier partijen hiervan in kennis gesteld.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Belanghebbende, met vennoten F en D, dreef van 1 maart 1999 tot 31 december 1999 handel in damesbovenkleding. De onderneming was gevestigd op het adres a-straat 1 te Z.
2.2. De hiervoor vermelde bedrijfsruimte is eigendom van G B.V. (hierna: G), die deze verhuurt aan V.O.F. H (hierna: H), een vennoot-schap waarvan F een van de vennoten was. Op verzoek van H en G is ter zake van deze verhuur de vrijstelling van omzetbelasting (artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968; hierna: de Wet) niet van toepassing. G brengt de verschuldigde huur en de verschuldigde omzetbelasting in rekening aan H.
2.3. Ter zake van een gedeelte van haar omzet, groot ƒ 69.034, heeft belanghebbende omzetbelasting naar een tarief van nihil in rekening gebracht, op grond van artikel 9, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet juncto onderdeel a, post 2 en 6, van de bij de Wet behorende Tabel II (uitvoer uit de Gemeenschap onderscheidenlijk intracommunautaire leveringen).
2.4. In februari en april 2000 is namens de inspecteur bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld. In het verslag van dat onderzoek is onder meer het volgende vermeld:
" De belastingplichtige zou intracommunautaire leveringen hebben verricht. Daarnaast zou belastingplichtige goederen hebben geëxporteerd naar niet EU-landen. (…)
Uit de administratie blijkt niet dat alle leveringen waarbij het 0%-tarief is toegepast inderdaad naar een ander (EU)-land zijn vervoerd. De belastingplichtige beschikt alleen over kopie-verkoopfacturen ten name van buitenlandse afnemers. De kopie-verkoopfacturen ten name van EU-ondernemers zijn voor het grootste deel voorzien van een BTW-identificatienummer. Het BTW-identificatienummer van I komt niet overeen met de tenaamstelling aanwezig in de administratie van de Belastingdienst. Op de verkoopfacturen van I na zijn alle kopie-verkoopfacturen per kas voldaan. Dit is niet voldoende voor het aantonen van het 0%-tarief. "
2.5. Naar aanleiding van het onder 2.4 genoemde boekenonderzoek heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat belanghebbende ter zake van omzet tot een bedrag van ƒ 59.331 ten onrechte het tarief van nihil heeft toegepast. De daarop betrekking hebbende omzetbelasting (ƒ 59.331 ´ 17,5/117,5 = ƒ 8.836) is begrepen in de in geding zijnde naheffingsaanslag. Bij brief van 5 februari 2002 heeft de inspecteur erkend dat het tarief van nihil alsnog wordt toegepast op een levering van belanghebbende van ƒ 954, zodat de naheffingsaanslag met (ƒ 954 ´ 17,5/117,5 =) ƒ 142 tot (ƒ 7.685 - ƒ 142 =) ƒ 7.543 moet worden verminderd.
2.6. Ter zitting van 12 december 2001 zijn namens belanghebbende overgelegd een aantal schriftelijke verklaringen inzake afhaaltransacties ter zake waarvan omzetbelasting is nageheven in de in geding zijnde naheffingsaanslag. In deze verklaringen wordt vermeld dat geleverde goederen in ontvangst zijn genomen. Bijgevoegd zijn kopiefacturen inzake de desbetreffende goederen. Het betreft de volgende verklaringen en facturen:
Verklaring H, I, A-land
Kopiefactuur, H, A-land ƒ 690
Niet goed leesbare verklaring
Kopiefactuur J, K, A-land ƒ 331
Kopiefactuur J, K, A-land ƒ 3116
Kopiefactuur J, K, A-land ƒ 1071
Verklaring L, M, B-land
Kopiefactuur L, M, B-land ƒ 250
Verklaring N, B-land
Kopiefactuur N, B-land ƒ 496
Verklaring O, P, B-land
Kopiefactuur O, P, B-land ƒ 624
Verklaring Q, B-land
Kopiefactuur S, B-land ƒ 694
Kopiefactuur S, T, B-land ƒ 922,50
Kopiefactuur S, T, B-land ƒ 2703,50
Kopiefactuur S, T, B-land ƒ 451
Kopiefactuur S, T, B-land ƒ 2610
Verklaring U, B-land
Kopiefactuur V, B-land ƒ 3881
Kopiefactuur V, B-land ƒ 310
Kopiefactuur V, B-land ƒ 1813
Kopiefactuur V, B-land ƒ 1223
Kopiefactuur V, B-land ƒ 1281
Kopiefactuur V, B-land ƒ 434
Verklaring E, leveringen aan I, A-land
Kopiefactuur I, A-land ƒ 1089
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2653,10
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2563
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2219,50
Kopiefactuur I, A-land ƒ 3442
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2014
Kopiefactuur I, A-land ƒ 1112
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2683
Kopiefactuur I, A-land ƒ 1799
Kopiefactuur I, A-land ƒ 1194
Kopiefactuur I, A-land ƒ 1725
Kopiefactuur I, A-land ƒ 2268
Verklaring E, leveringen aan I, A-land
Kopiefactuur aan I, A-land ƒ 1982
totaal ƒ 49.644,60
2.7. Bij brief van 5 februari 2002 heeft de inspecteur op de overgelegde verklaringen gereageerd. Hij wijst erop dat alle verklaringen achteraf zijn opgemaakt zijn. Voorts stelt hij dat H, L, N, O, Q en U geen vaste afnemers zijn. Verder wijst de inspecteur erop dat de verklaringen onjuist of onvolledig zijn op de volgende punten:
Verklaring H kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, toezegging informatie te verstrekken aan de Belastingdienst
slecht leesbare verklaring naam afnemer, factuurnummers onleesbaar, kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, plaats en datum ondertekening
verklaring L kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, toezegging informatie te verstrekken aan de Belastingdienst
verklaring N kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, toezegging informatie te verstrekken aan de Belastingdienst, adres Company's Stamp is doorgestreept
verklaring O kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, toezegging informatie te verstrekken aan de Belastingdienst, naam van degene die de goederen in ontvangst heeft genomen verschilt van degene die de verklaring heeft ondertekend.
verklaring Q naam buitenlandse afnemer, kenteken, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, handtekening onder verklaring verschilt van handtekening op facturen, facturen gericht aan een ander dan de verklaring heeft ondertekend
verklaring U factuurdatum, meerdere factuurdata, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd
verklaring E (1) factuurdatum, meerdere factuurdata, plaats waarheen de goederen zullen worden vervoerd, Nederlands kenteken
verklaring E (2) naam leverancier, plaats en land waarheen de goederen zullen worden vervoerd, Nederlands kenteken, plaats en datum ondertekening ontbreekt