"1.5 Administratie, accountant, belastingconsulent
(…)
Inlichtingenverplichting
a. Due Diligence
Uit een leningsovereenkomst met ABN/AMRO van 11 maart 1997 blijkt dat er bij X een Due Diligence onderzoek is ingesteld. Volgens de belastingadviseur (…) zou dit onderzoek zijn ingesteld door accountants van N.
Op 12 december 1997 heb ik aan de controller, de heer H, gevraagd om inzage in het betreffende Due Diligence rapport. (…) Op 7 januari 1998 deelde de heer A (…) mee dat, wanneer ik (…) zou vragen om inzage in het Due Diligence rapport, men mij dit zou weigeren. Deze weigering was, zo verklaarde hij, gebaseerd op het bepaalde in par. 32 lid 2 van de Leidraad AWR (…). Na nog enkele malen bij de onderneming (…) te hebben gevraagd om inzage van het rapport (…) zei de heer A op 27 januari 1998 dat ik het Due Diligence rapport definitief niet ter inzage krijg omdat er geen zaken in zouden staan die met dit onderzoek te maken hebben en op basis van art. 32 van de richtlijn.
(…)
b. Diverse verslagen
In de brief van 18 februari 1998 wordt X BV nog gevorderd de verslagen van de management- en commissarisvergaderingen van de houdstermaatschappij X BV over 1995 en 1996 ter inzage te verstrekken. (…) Tot op heden is aan dit verzoek niet voldaan.
c. Vraag rond zakelijke reden verkooplicenties
(…)
Het ging om de vraag: "Op grond waarvan heeft Xj NV met ingang van het jaar 1994 recht op verkooplicenties. Dit recht was voorheen altijd, zonder dat enige verplichting tegenover Xj NV ontstond, uitgeoefend door de verkoopmaatschappijen zelf. Graag een zakelijke onderbouwing hiervan." In een brief (…) reageert de adviseur (…) dat de betreffende vraag (...) moet worden gezien als het (...) in onderhandeling treden waarna men concludeert dat (…) het beantwoorden van de gestelde vraag niet kon worden gevorderd.
(…)
1.7 Verloop boekenonderzoek
Het boekenonderzoek waarover nu, middels het onderhavige rapport, wordt gerapporteerd was gericht op dezelfde aandachtspunten als waarover op 1 juli 1993 een akkoord was bereikt.
Op 6 juni 1995 schreef de belastingadviseur van X (…) een brief (…) met een rulingvoorstel (…). Het betreft een standaardruling met de gebruikelijke percentages en voorwaarden. X heeft (…) per 1 januari 1994 reeds in grote lijnen uitvoering gegeven aan hetgeen (…) wordt voorgesteld.
De belastingdienst had (…) nog geen standpunt ingenomen.
Mede met het oog hierop werd het boekenonderzoek ingesteld.
(…)
2 Royalty's
2.1 Algemeen
(…)
Kort na het bereikte compromis werden reeds op 23 september 1993 vele nieuwe license- en sub-license-overeenkomsten tussen Xj NV, Xb BV en de productie- en verkoopmaatschappijen van X opgesteld (…):
(license agreements)
1. de produktierechten van cylinders tussen Xj NV en Xa BV tegen 1 % over de fabricagekosten; deze is opvolger van de fiscaal niet meer geaccepteerde overeenkomst welke was gesteld op 5 % over de verkopen; (…)
2. de produktierechten van de c tussen Xj NV en Xd BV tegen F 750 per verkocht systeem dat op de vrachtwagens is/wordt gemonteerd en 5% over de fabricagekosten van een systeem dat bestemd is voor te worden geplaatst op bijvoorbeeld een laadstation (stationair); (…)
3. het recht tot het aangaan van sub-license agreements met derden met betrekking tot de c tussen Xj NV en Xd BV tegen de som van de ontvangen licentierechten (…)
4. de produktierechten van a tussen Xj NV en Xb BV tegen F 750 per verkocht systeem; (…)
5. de produktierechten van k Systems tussen Xj NV en Xb BV tegen F 750 per verkocht systeem; (…)
6. het recht tot het aangaan van sublicense agreements met derden met betrekking tot de cylinders tussen Xj NV en Xb BV tegen de som van de ontvangen licentierechten; (…)
7. het recht tot het aangaan van sub-license agreements met derden met betrekking tot de a tussen Xj NV en Xb BV tegen de som van de ontvangen licentierechten; (…)
8. het recht tot het aangaan van sub-license agreements met derden met betrekking tot de k Systems tussen Xj NV en Xb BV tegen de som van de ontvangen licentierechten; (…)
(sub-license agreements)
9. verlening door Xb BV aan de verschillende verkoopmaatschappijen van X (in Nederland en daarbuiten) van het recht cylinders te verkopen aan derden; (…)
10. als bij 9 maar dan m.b.t. b Systems; (…)
11. als bij 9 maar dan m.b.t. a; (…)
12. als bij 9 maar dan m.b.t. k Systems; (…)
(…)
2.3 Aftrekbaarheid royalty's
(…)
2.3.2 License fees inzake overige productie
Volgens de license-agreements en de jaarrekeningen van Xj NV is deze NV in het bezit van de patenten op:
1. de b
2. de a
3. de k Systems
(…)
1. de a
Dit patent betreft de a; (…)
Van dit patent, het recht van fabricage van horizontaal schuivende laad- en losvloeren (…), zou Xj NV mogelijk wel als eigenaar kunnen worden aangemerkt. (…) De adviseur berekende de waarde van het patent (...) naar F 200.000 voor toekomstige winst op verkopen (...) en (...) F 100.000 als waarde van het patent. (...) Het (…) door Xj NV betaalde aandeel in de ontwikkelingskosten van de a bedroeg in 1991 of 1992 ongeveer F 13.000. In 1993 werd er nog F 8.000 aan toegevoegd voor een nieuw concept. De totaal betaalde investering voor de a bedraagt (…) F 121.000. (…) Uit de overgelegde overeenkomst per 4 december 1991 (…) blijkt dat O (…) het patent voor F 100.000 heeft overgedragen aan Xj NV. Hierbij kwamen partijen overeen dat O zich verplichtte zich zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 1 maart 1992 aktiviteiten zou voorbereiden, die tot daadwerkelijke patentverplaatsing in 1992 zouden leiden.
(…)
2. de a
Volgens de adviseur (…) zou door Xj NV op 13 augustus 1991 een octrooi zijn aangevraagd (…). De ontwikkelingskosten zouden door X BV aan Xj NV in rekening zijn gebracht. Op 4 december 1991 is tussen Xj NV en X BV een licentieovereenkomst getekend waarbij een licentierecht werd overeengekomen van F 750 per geproduceerd systeem.
In 1993 vonden in Z besprekingen plaats over een nieuw ontwerp: de a 2.
Op 23 september 1993 werd een nieuwe licentieovereenkomst getekend Xj NV en Xb BV; (…) De ontwikkelingskosten zouden volgens die overeenkomst in totaal F 110.000 hebben bedragen. Uit de jaarstukken van Xj NV blijkt echter dat ter zake van a (dus oud en nieuw) in totaal niet meer dan F 80.000 is betaald (…). Niet bekend is of deze twee aanvragen wel zullen worden toegekend.
(…)
3. de k Systems
Net als bij patenten 2, de a, kunnen geen bewijzen van eigendom van het octrooi als zodanig worden getoond. Niets anders kan worden getoond dan kopieën van aanvraagformulieren waarvan nog niet duidelijk is of deze wel zullen leiden tot een officiële aanvraag die in behandeling is genomen. (…) Verder vertelde de heer H dat de licensee, Xb BV, zelf geen productieactiviteiten verricht. Dit zou aan derden worden uitbesteed. Hierover en aan die derden werden, gelet op hetgeen aan bescheiden werd getoond, kennelijk geen license fees in rekening gebracht. Xb BV heeft kennelijk ook, zonder de in de overeenkomst voorgeschreven expliciete goedkeuring te geven, derden opdracht gegeven deze producten te fabriceren.
Aan ontwikkelingskosten werd door Xj NV betaald als bijdrage: 1993 F 100.000. Enige onderbouwing van de samenstelling van de bedragen is nooit aan Xj NV meegedeeld en van inhoudelijke beoordeling is niets gebleken.
Algemeen
Uit de verstrekte gegevens en informatie blijkt niets anders dan dat Xc het economisch eigendom van deze productierechten heeft en niet dat deze zouden zijn overgedragen. Het volledige economische belang ligt bij de producent. (…)
Bij de beoordeling van het realiteitsgehalte van de transacties, het overdragen van de productie- en (later ook de) verkooprechten kwam als opvallend naar voren dat uit niets anders dan alleen de handtekening van de heer L van Xj NV onder de onderhandse license agreements is gebleken dat deze NV de uiteindelijke beschikkingsmacht heeft verworven over de betreffende rechten. Het feit dat Xj NV de macht zou hebben verworven en nog heeft over de rechten kan door geen enkel schriftelijk stuk, waaruit zou blijken dat de heer L enige beslissingsbevoegdheid heeft, worden aangetoond en is nergens op gebaseerd.
Enkel het feit dat Xj NV in de jaren 1991 en 1993 door middel van het betalen van enkele facturen in die periode gedeeltelijk heeft bijgedragen in de ontwikkelingskosten van enkele producten kan geen recht opleveren op de beschermende rechten die een octrooi geeft, een patent.
(…)
Geconcludeerd wordt dat de door X BV als kosten van de winst afgetrokken bedragen wegens de betreffende productieroyalty's onverschuldigd zijn betaald en dus dienen te worden gecorrigeerd.
(…)
Correctie 1995: niet aftrekbare licenties F 89.890
(…)
2.3.3 License fees inzake verkoop producten
De productievennootschappen van X betalen aan Xj NV royalty's over hun productie-omzet. Voor de cylinders wordt, sinds de vaststellingsovereenkomst van 1 juli 1993, 1 % betaald; voor de c, de a en de d steeds F 750 per systeem behalve de c waarvoor 5 % wordt betaald. (…) Na het compromis van 1 juli 1993 besloot het X concern de rechten, die werden verondersteld in Xj NV te zitten, door middel van licentieverlening ter zake van niet alleen de productie, zoals tot dan toe het geval was geweest, maar nu ook met betrekking tot de verkoop te exploiteren.
Ten laste van de (fiscale) winst van X BV en bij het resultaat van Xj NV werden de volgende license fees in aanmerking genomen (…):