GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Vierde Enkelvoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van X te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het hoofd Financieel Beleid van de gemeente Langedijk, verweerder.
1. Loop van het geding
Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 3 januari 2002, aangevuld bij brief van 17 februari 2002.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van verweerder, gedagtekend 20 november 2001, betreffende een beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak A-straat 1 te Z is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004.
Bij een op naam van belanghebbende gestelde beschikking van 15 juni 2001 heeft verweerder de waarde van de vermelde onroerende zaak naar de waardepeildatum 1 januari 1999 vastgesteld op ƒ 467.000. Na bezwaar heeft verweerder bij de bestreden uitspraak de beschikking gehandhaafd.
Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak van verweerder en uiteindelijk tot vermindering van de vastgestelde waarde tot ƒ 376.000.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Belanghebbende heeft bij brief van 29 juni 2002 een pleitnota ingezonden.
Ter zitting van 19 juli 2002 zijn verschenen A namens belanghebbende en B namens verweerder. Verweerder heeft ter zitting een advertentie overgelegd waarin de woning A-straat 2 te Z te koop wordt aangeboden. Belanghebbende heeft van deze advertentie kunnen kennisnemen en zich erover kunnen uitlaten.
Het Hof heeft het vooronderzoek hervat. Verweerder heeft nadere inlichtingen verstrekt bij brief met bijlagen van 21 augustus 2002. Van deze brief en de bijlagen heeft de griffier afschriften gezonden aan de wederpartij. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij brief van 12 september 2002. De griffier heeft verweerder een afschrift van de brief van belanghebbende gezonden. Belanghebbende en verweerder hebben toestemming gegeven een nadere mondelinge behandeling achterwege te laten bij brieven van 26 september 2002.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak A-straat 1, postcode …, te Z. De vermelde onroerende zaak (hierna: de woning) bestaat uit een perceel grond met een oppervlakte van 310 m² en daarop een twee-onder-een-kaphuis, gebouwd in 2000, met een inhoud van circa 409 m³. Bij het huis behoort een garage. De woning is gelegen in een wijk met soortgelijke woningen.
2.2. Verweerder heeft een taxatierapport overgelegd, opgemaakt door een taxateur, waarin de waarde van de woning naar het waardepeil op 1 januari 1999 wordt getaxeerd op € 212.000, dat is ƒ 467.187. Deze waardering is tot stand gekomen door vergelijking met de woningen b-straat 1, c-straat 1 en d-straat 1 alle te B (gemeente Langedijk) en e-straat 1 te C (gemeente Langedijk), welke objecten enige tijd na de waardepeildatum zijn verkocht. Voorts is verwezen naar het object A-straat 3 te Z, dat in juni 2001 is verkocht. In het taxatierapport is de getaxeerde waarde als volgt gesplitst:
opstal € 149.000
garage € 7.000
grond € 56.000
totaal € 185.000
Belanghebbende heeft te zamen met zijn echtgenote de woning verkregen voor een koopaanneemsom van ƒ 376.562, waarin begrepen een bedrag van ƒ 7.562 aan bouwrente. De koopaannemingsovereenkomst is getekend op 19 juli 1999.
2.3. De woning is gelegen in de nieuwbouwwijk D. Bij de ontwikkeling van deze wijk is de gemeente Langedijk (hierna ook: de gemeente) opgetreden als verkoper van de grond en als projectontwikkelaar. Zij heeft de grond in tien clusters uitgegeven en verkocht aan aannemers die, binnen door de gemeente gestelde randvoorwaarden, daarop woningen bouwden of lieten bouwen. De woningen werden verkocht voor prijzen die tevoren door de gemeente en de desbetreffende aannemer waren overeengekomen. De toewijzing van de woningen aan potentiële kopers geschiedde volgens door de gemeente vastgestelde regels.
2.4. De woning maakt deel uit van cluster 10. Voor deze cluster zijn drie ontwikkelaars uitgenodigd een plan in te dienen voor de bouw van een vrijstaande koopwoning met een verkoopprijs boven ƒ 252.000 vrij op naam, 18 twee-onder-een-kapwoningen met een verkoopprijs tussen ƒ 177.000 en ƒ 252.000 vrij op naam en 22 twee-onder-een-kapwoningen met een verkoopprijs boven ƒ 252.000 vrij op naam. De woning van belanghebbende behoort tot de laatste categorie. De gemeente heeft de 22 kavels bestemd voor deze categorie woningen aan de aannemer verkocht voor een totale prijs van ƒ 2.265.575, dat is ƒ 102.981 per kavel, een en ander naar het prijspeil 1 oktober 1997 met een rentepercentage van 5. Uit de drie plannen heeft de gemeente op basis van de vergelijking van de plannen gekozen voor het door aannemer E (hierna ook: de aannemer) ingediende plan, waarin de woning van belanghebbende was opgenomen met een prijs van ƒ 369.000 vrij op naam.
2.5. Ten behoeve van de toewijzing van de woningen in de wijk D hanteert de gemeente verschillende categorieën met elk hun eigen toewijzingsregels. De woning van belanghebbende behoort tot de categorie 'vrije sector middelduur zonder prijsbeperking'.
2.6. Woningen met een prijs tot ƒ 350.000 zijn toegewezen op basis van een puntensysteem, waarbij punten worden toegekend op grond van woonplaats, economische en/of maatschappelijke gebondenheid en huur of waarde van de achter te laten woning. De woningen zijn bij voorrang toegewezen aan de potentiële kopers met het hoogste aantal punten, waarbij bij een gelijk aantal punten wordt geloot. Voor woningen met een prijs boven ƒ 350.000 geldt geen puntensysteem. wel moet het gemeentebestuur de toewijzing goedkeuren. Inwoners uit de regio (het Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland) genieten voorrang.
3. Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak A-straat 1 te Z naar de toestand op 1 januari 2001 en naar het waardepeil op 1 januari 1999.
4. Standpunten van partijen
Voor de standpunten van partijen verwijst het Hof naar de gedingstukken. Ter zitting is daaraan het volgende toegevoegd.
Namens belanghebbende: Verweerder taxeert ten onrechte naar de waardepeildatum 1 januari 2001, dat moet zijn 1 januari 1999. Er is geen waardeverandering van meer dan 5% door bouw, verbouw etc. De foto uit het taxatierapport dateert van mei 2002. Bij de inschrijving stond de prijs van de woning vast. Er is toegewezen op basis van een puntensysteem zonder dat loting heeft plaatsgevonden. Voor de grond is ƒ 425 per m² betaald. Inmiddels is de grondprijs ƒ 725 per m². Een taxatie achteraf leidt tot een hogere waarde, omdat de prijzen inmiddels zijn gestegen.