ECLI:NL:GHAMS:2003:AF5964
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Dutmer
- Mr. Kreijns-Mostermans
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitspraak van de Belastingdienst inzake aftrekbaarheid van kosten voor gezinshulp
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2003 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, geboren in 1948 en ongehuwd, tegen de uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Particulieren. Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000, waarbij de inspecteur de door belanghebbende geclaimde buitengewone lasten ter zake van extra kosten voor gezinshulp niet heeft geaccepteerd. Belanghebbende had een belastbaar inkomen van ƒ 34.103 opgegeven, maar de inspecteur heeft dit gecorrigeerd naar ƒ 36.353, omdat de kosten van ƒ 2.250 voor gezinshulp niet konden worden aangetoond met de vereiste gedagtekende facturen.
De kern van het geschil is of belanghebbende recht heeft op een hogere buitengewone lastenaftrek voor uitgaven ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie en overlijden, specifiek in verband met de kosten van extra hulp in de huishouding. Belanghebbende heeft de kosten feitelijk gemaakt, maar heeft geen facturen overgelegd waarin de naam en het adres van de gezinshulp zijn vermeld, zoals vereist door artikel 10b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990. Belanghebbende betoogt dat de wijziging in de wetgeving, die deze vereiste introduceert, onredelijk is en dat de inspecteur deze bepaling niet mag hanteren.
Het Hof oordeelt dat de wetgever het recht heeft om de vereisten voor aftrek aan te scherpen en dat de ministeriële regeling niet het kader van het wetsartikel te buiten gaat. Het Hof stelt vast dat de inspecteur handelt overeenkomstig de wettelijke voorschriften door de vereiste facturen te verlangen. De uitspraak van het Hof is dat het beroep ongegrond wordt verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien belanghebbende in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en belanghebbende kan binnen vier weken verzoeken om een schriftelijke uitspraak.