ECLI:NL:GHAMS:2003:AF8499
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Boersma
- A. Schaap
- J. Goes
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing van interim-manager na pensionering en de kwalificatie van beloning als loon uit dienstbetrekking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, ging het om een beroep van belanghebbende, een gepensioneerde interim-manager, tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had na zijn pensionering werkzaamheden verricht via zijn eigen BV, M BV, en ontving hiervoor een beloning. De inspecteur had deze beloning aangemerkt als loon uit dienstbetrekking, wat leidde tot een verhoging van het belastbare inkomen van belanghebbende voor het jaar 1998. De belanghebbende betwistte deze kwalificatie en stelde dat de beloning niet als loon moest worden aangemerkt, maar als onbelaste onkostenvergoeding.
Tijdens de zitting op 3 april 2003 werd vastgesteld dat de belanghebbende, geboren in 1931, tot en met 1989 werkzaam was bij A en in 1998 een pensioen ontving. Na zijn pensionering had hij vlieglessen gevolgd en was hij betrokken bij verschillende fiscale procedures. In 1998 had hij interim-management werkzaamheden verricht voor D B.V., waarvoor M BV een vergoeding ontving. De inspecteur had een bedrag van ƒ 35.000 als loon aangemerkt, inclusief een bedrag dat volgens de overeenkomst in 1998 vorderbaar was.
Het Hof oordeelde dat de beloningen voor de werkzaamheden van belanghebbende als interim-manager in wezen voortkwamen uit een arbeidsovereenkomst. Het Hof concludeerde dat de inspecteur de beloning van ƒ 194.829 moest verminderen met ƒ 1.000, waardoor het belastbare inkomen op ƒ 193.819 werd vastgesteld. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die op € 498 werden vastgesteld. De uitspraak werd op 8 mei 2003 gedaan door de rechters Boersma, Schaap en Goes, met mr. Van Schaik als griffier.