ECLI:NL:GHAMS:2003:AI1328
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Vrouwenvelder
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van griffierecht en proceskosten bij niet ingaan op bezwaren in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 7 mei 2003, gaat het om een beroep van belanghebbende X tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst. De zaak betreft een naheffingsaanslag voor de omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2001, waarbij een boete van ƒ 125 was opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. Belanghebbende betwistte de boete, stellende dat zij in een eerdere mededeling van de Belastingdienst was geïnformeerd dat er geen boete zou worden opgelegd voor een eerste verzuim. Het Hof oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat belanghebbende niet tijdig had aangegeven en de omstandigheden wezenlijk wezenlijk waren voor de beoordeling van de zaak.
Het Hof overwoog dat de inspecteur in zijn uitspraak op het bezwaarschrift niet ingegaan was op de bezwaren van belanghebbende, wat leidde tot de veroordeling van de inspecteur in de proceskosten. Echter, belanghebbende had geen proceskosten gemaakt, waardoor het Hof geen feitelijke veroordeling kon uitspreken. Wel werd de Staat der Nederlanden gelast het door belanghebbende gestorte griffierecht te vergoeden. De uitspraak van het Hof benadrukt het belang van duidelijke communicatie van de Belastingdienst en de noodzaak voor belanghebbenden om alle relevante informatie te verstrekken bij het indienen van bezwaren.
De uitspraak werd gedaan in het kader van bestuursrecht en belastingrecht, waarbij de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene wet inzake rijksbelastingen werden toegepast. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de boete, maar gaf ook aan dat de inspecteur in de toekomst beter moet ingaan op de bezwaren van belanghebbenden.