ECLI:NL:GHAMS:2003:AL8311
Gerechtshof Amsterdam
- Verzet
- M. Boersma
- Wessel
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake parkeerbelastingen door failliete vennootschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 september 2003 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van X B.V., thans in faillissement, tegen een eerdere uitspraak van de Tiende Enkelvoudige Belastingkamer. De gemachtigde van de failliete vennootschap had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijk verklaring in een beroep inzake parkeerbelastingen, omdat het verschuldigde griffierecht van € 218 niet was voldaan. De griffier had in een eerdere correspondentie het griffierecht verlaagd tot € 29, gezien de faillissementsstatus van de vennootschap en het relatief geringe belang van de zaak.
De curator van de vennootschap had aangegeven dat de gemachtigde bevoegd was om bezwaar- en verzetschriften in te dienen, maar dat het griffierecht alsnog voldaan diende te worden. Het Hof oordeelde dat het verlaagde griffierecht van € 29 geen wezenlijke belemmering vormde voor de toegang tot de rechter, ook niet in het geval van faillissement, vooral omdat de boedel over voldoende middelen beschikte. Het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van de Tiende Enkelvoudige Belastingkamer en verklaarde het verzet ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan griffierechten en de gevolgen van het niet betalen daarvan. Het Hof stelde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een beroepschrift in behandeling te nemen zonder dat het verschuldigde griffierecht is voldaan. De belanghebbende kan binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij specifieke vereisten voor het beroepschrift in acht moeten worden genomen.