ECLI:NL:GHAMS:2004:AO5069

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
23-000021-02
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Verspyck Mijnssen
  • J. Aben
  • H. Hartsuiker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak rondom inkoop van aandelen en toekenning van personeelsopties

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 maart 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de meervoudige economische kamer van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het geven van opdracht tot de inkoop van aandelen in een vennootschap en voor de toekenning en aanvaarding van personeelsopties. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte tezamen met anderen opdracht heeft gegeven tot de inkoop van aandelen. De verdachte was wel aanwezig op een vergadering waar deze kwestie werd besproken, maar er waren geen concrete aanwijzingen dat hij actief betrokken was bij de besluitvorming. De verdachte had vernomen dat een medeverdachte de opdracht had gekregen van een invloedrijke persoon binnen de vennootschap, en het hof oordeelde dat de verdachte niet in redelijkheid maatregelen had kunnen nemen om de inkoop van aandelen ongedaan te maken. Het hof concludeerde dat de verdachte niet opzettelijk had gehandeld en sprak hem vrij van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de rol van de verdachte in de besluitvorming binnen een vennootschap.

Uitspraak

arrestnummer
rolnummer 23-000021-02
datum uitspraak 5 maart 2004
tegenspraak
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de meervoudige economische kamer van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 11 juli 2001 in de strafzaak onder parketnummer 13/009069-00 van het openbaar ministerie tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [...] 1949,
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres:
[adres en woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 26 en 28 maart, 3, 4 en 5 april en 27 juni 2001 en in hoger beroep van 10, 17 en 20 februari 2004.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, overeenkomstig de op de terechtzittingen in eerste aanleg van 26 maart 2001 en 4 april 2001 op vordering van de officier van justi-tie en de op de terechtzitting in hoger beroep van 18 november 2003 op vordering van de advocaat-generaal toegestane wijziging tenlastelegging. Van die dagvaarding en vorderingen wijzi-ging tenlasteleg-ging zijn kopieën in dit arrest gevoegd. De daarin vermelde tenlastelegging wordt hier overgenomen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daar-door niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd.
Vrijspraak
Ten aanzien van de onder 1.a tenlastegelegde inkoop van eigen aandelen:
Uit het dossier is gebleken dat de verdachte weliswaar aanwezig is geweest op de vergadering van 24 maart 1999 ten kantore van Stibbe Simont Monahan Duhot, maar er zijn geen, althans onvoldoende aanwijzingen dat hij metterdaad heeft deelgenomen aan de aldaar gevoerde beraadslagingen omtrent de vraag of ter dekking van personeelsopties aandelen mochten worden ingekocht. Eerst achteraf, namelijk toen hij met zijn medeverdachte [K.] in de auto zat op weg naar de vergadering waarin zij de presentatie van de jaarcijfers zouden verzorgen, heeft verdachte van [medeverdachte K.] vernomen dat deze van zijn medeverdachte [M.] de opdracht had gekregen aandelen in [...] N.V. in te kopen ter dekking van de personeelsopties en dat een juridisch adviseur van de vennootschap, mr. Leijten, desgevraagd zijn fiat voor deze transactie had gegeven.
Van (medeplegen van) opdracht geven tot de verboden gedraging van de inkoop van eigen aandelen [...] N.V. kan hieruit niet blijken en naar 's hofs oordeel kan ook overigens evenmin blijken dat verdachte (al dan niet tezamen met één of meer anderen) de bedoelde verboden gedraging opzettelijk heeft bevorderd door welbewust de aanmerkelijke kans op het zich voordoen van deze gedraging te aanvaarden.
Voorts was verdachte onder de omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet gehouden maatregelen te nemen gericht op het ongedaan maken van de reeds gegeven opdracht tot inkoop van aandelen. Verdachte had immers van [medeverdachte K.] vernomen dat de in die periode binnen de vennootschap bijzonder invloedrijke [medeverdachte M.], president-commissaris van de vennootschap, tot deze wijze van dekking van personeelsopties had besloten na overleg met een juridisch adviseur, die in verdachtes visie bij uitstek op de hoogte zou moeten zijn van de juridische implicaties van dergelijk handelen met voorwetenschap. Met deze uitkomst had financieel directeur en medeverdachte [K.] - kennelijk - genoegen genomen. Verdachte zag zich aldus gesteld voor een voldongen feit en het lag in de geschetste context niet op zijn weg dit alsnog te redresseren, hoewel achteraf bezien die mogelijkheid wel en dan nog slechts gedurende korte tijd had bestaan.
Uit een en ander volgt dat niet kan worden bewezen dat verdachte tezamen met een ander of anderen opdracht heeft gegeven tot of feitelijk leiding heeft gegeven aan de inkoop van aandelen in [...] N.V. Hij zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de onder 1.b. en 2 tenlastegelegde toekenning en aanvaarding van personeelsopties:
Het hof overweegt hieromtrent dat bij de uitgifte van de 50.500 personeelsopties in maart 1999 sprake was van drie afwijkingen ten opzichte van de voorafgaande jaren, te weten een geringe wijziging van het moment van toekenning van de opties, een kortere periode waarbinnen de opties konden worden geweigerd, en een verhoging van het aantal opties dat toegekend was aan de verdachte en medeverdachte [K.]. Het hof is evenwel van oordeel dat deze afwijkingen niet zodanig zijn dat daarmee een bestendige gedragslijn werd doorkruist.
Het hof is van oordeel dat, waar de toekenning van deze opties was toegestaan, als hiervoor is overwogen, de aanvaarding daarvan, ook bij voorwetenschap, dat eveneens is. Derhalve zal de verdachte van de hem onder 1.b en 2 tenlastegelegde feiten worden vrijgesproken.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de vierde meervoudige economische strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. Verspyck Mijnssen, Aben en Hartsuiker, in tegenwoordigheid van mr. Van der Drift, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 maart 2004.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.