ECLI:NL:GHAMS:2004:AO5625

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
1176/2003
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. voncken
  • M. Driessen-Poortvliet
  • J. Zutphen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van een minderjarig kind

In deze zaak heeft de echtgenote van de man, aangeduid als [X], hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Alkmaar. De beschikking, gedateerd 20 augustus 2003, bepaalde dat de man, aangeduid als [Y], een maandelijkse bijdrage van € 226,89 moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. Het hof heeft de ontvankelijkheid van [X] in haar hoger beroep beoordeeld aan de hand van artikel 798 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof concludeert dat [X] niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat het geschil tussen de man en [Y] niet direct betrekking heeft op haar rechten of verplichtingen. Het financiële belang dat [X] stelt, verandert hier niets aan. Hierdoor wordt [X] niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De beslissing is op 4 maart 2004 openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam, bestaande uit de rechters A. voncken, M. Driessen-Poortvliet en J. Zutphen, in aanwezigheid van griffier mr. Levie.

Uitspraak

(bij vervroeging)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 4 maart 2004 in de zaak met rekestnummer 1176/2003 van:
[X],
wonende te [....],
[X],
procureur: mr. P. de Jonge,
t e g e n
[Y],
wonende te [....],
[Y],
procureur: mr. R.J.B. Baarspul.
1. Het geding in hoger beroep
1.1.[X] is in hoger beroep gekomen van de beschikking van 20 augustus 2003 van de rechtbank te Alkmaar, met rekestnummer 65567 / FA RK 03.258.
1.2. [Y] heeft een verweerschrift ingediend.
1.3. De zaak is op 18 februari 2004 ter zitting behandeld.
1.4. Hoewel behoorlijk opgeroepen is namens [Y] niemand verschenen.
2. De ontvankelijkheid van het hoger beroep
2.1. De eerste vraag die beantwoord dient te worden, is of [X] ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de beschikking van 20 augustus 2003 van de rechtbank te Alkmaar met [Y] als verzoekende partij en [....] (hierna: de man) als verweerder, waarin is bepaald dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind [....] van de man en [Y] euro€ 226,89 per maand dient te betalen.
2.2. [X] is de echtgenote van de man. Zij kan slechts dan worden ontvangen in het door haar ingestelde hoger beroep, indien zij, gelet op de aard van deze procedure, als belanghebbende in de zin artikel 798, eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden aangemerkt. Het hof merkt [X] niet aan als belanghebbende in de zin van voormeld artikel, nu het geschil tussen de man en [Y] niet een zaak betreft die rechtstreeks betrekking heeft op rechten of verplichtingen van [X]. Het door [X] gestelde financiële belang - wat daar overigens ook van zij - maakt dit niet anders.
2.3. Dit leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof:
verklaart [X] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Voncken, Driessen-Poortvliet en Zutphen in tegenwoordigheid van mr. Levie als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2004.