ECLI:NL:GHAMS:2004:AO7660
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Boersma
- mr. Milder-Wolbers
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over gerijpte rente en de toepassing van de Invoeringswet IB 2001
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de heffing van belasting over gerijpte rente. De belanghebbende ontving in 2001 rente tot een bedrag van € 13.800, waarvan € 8.687 werd belast als inkomen uit werk en woning. De inspecteur legde op 21 juni 2002 een voorlopige aanslag op, die resulteerde in een definitieve aanslag op 23 mei 2003, waarbij de belanghebbende geen belasting meer verschuldigd was. De belanghebbende betwistte de toepassing van de Invoeringswet IB 2001, die volgens hem leidde tot dubbele heffing. Het Hof oordeelde dat de rechter niet de innerlijke waarde of billijkheid van de wet mag beoordelen, en dat de wetgever met de overgangsbepaling een heffingstekort wilde voorkomen. Het Hof concludeerde dat de regeling voor belastingheffing over rente niet ongerechtvaardigd was ten opzichte van emigranten en dividendgenieters. De belanghebbende had geen bezwaar gemaakt tegen de heffingsrente die door de inspecteur was opgelegd, en het Hof oordeelde dat de inspecteur niet in strijd met de wet had gehandeld door geen vergoeding van heffingsrente te geven. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.