ECLI:NL:GHAMS:2004:AO8971
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P. de Vries
- A. Heuveling van Beek
- M. Brilman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na onrechtmatige bewijsverkrijging en geheimhoudingsplicht psychotherapeute
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 januari 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Haarlem. De verdachte, geboren in 1975, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat er gespreksverslagen van gezinsdiagnostisch onderzoek waren toegevoegd aan het strafdossier zonder toestemming van de verdachte. Deze verslagen waren opgemaakt door psychotherapeute [naam 1], die zich op haar geheimhoudingsplicht beriep. Het hof oordeelde dat de verslagen vertrouwelijk waren en niet als bewijs mochten worden gebruikt, omdat de verdachte niet had ingestemd met de verstrekking van deze informatie. Het hof concludeerde dat de geheimhoudingsplicht van de psychotherapeute in dit geval zwaarder woog dan de belangen van het openbaar ministerie.
Daarnaast werd door de raadsman betoogd dat er sprake was van overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. Het hof ging hier niet in mee, omdat de verdachte op 26 april 2000 was aangehouden en het hof de termijn als niet overschreden beschouwde. Uiteindelijk oordeelde het hof dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging, waardoor de verdachte werd vrijgesproken. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en het hof sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.