ECLI:NL:GHAMS:2004:AP1334

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
21-005933-03
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Dik
  • Otte
  • Van der Pol
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige overval op slijterij met voorbereiding van overvallen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 juni 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Utrecht. De verdachte, die in de PI Utrecht verblijft, is beschuldigd van een gewelddadige overval op een slijterij, waarbij de verkoper met een pistool is bedreigd en vastgebonden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en de voorbereiding van overvallen, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf opgelegd, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernstige gevolgen voor de slachtoffers en de maatschappelijke onrust die dergelijke delicten veroorzaken. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die als gevolg van de overval schade heeft geleden. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte verplicht om een bedrag van EUR 3.923,57 te betalen. De beslissing van het hof is genomen na zorgvuldige overweging van de bewijsvoering en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

Parketnummer: 21-005933-03
Uitspraak dd.: 10 juni 2004
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Amsterdam
zitting houdende te
Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Utrecht van 9 december 2003 in de strafzaak tegen
[VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 27 mei 2004 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd dat:
(zie voor de inhoud van de dagvaarding bijlage II)
Indien in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het onder 2 telastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat telastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 3 telastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
(zie voor de inhoud van de bewezenverklaring bijlage III)
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
Afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Het medeplegen van:
Voorbereiding van diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en/of afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Het hof acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij zijn straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden- dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een gewelddadige overval op een slijterij. De verkoper is bedreigd met een pistool en zijn armen zijn vastgetaped, zijn mond en ogen zijn afgeplakt en hij is aan een stoel vastgetaped.
Dit alles moet voor de verkoper zeer bedreigend zijn geweest. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort delicten nog gedurende lange tijd de nadelige (psychische) gevolgen daarvan kunnen ondervinden.
Behalve aan dit feit heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan het voorbereiden van overvallen op winkels.
Gelet op de hiervoor beschreven gevolgen voor de slachtoffers en de maatschappelijke onrust die dergelijke overvallen veroorzaken, dient het handelen van verdachte krachtig te worden bestreden.
Verdachte is reeds eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld.
Het na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu dit bij gelegenheid van het onderzoek naar het door
verdachte onder 1 begane misdrijf werd aangetroffen en dit aan verdachte toebehorende voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven,
terwijl dit van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De vordering van de benadeelde partij [naam]
De benadeelde partij heeft in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 3.923,57 (drieduizend negenhonderd drieentwintig euro en zevenenvijftig cent) ingesteld. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24c, 36b, 36c, 36d, 36f, 46, 47, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 2 telastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het onder 1 en 3 telastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
de in beslag genomen voorwerpen
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
vuurwapen en 2 patronen.
de aan [naam benadeelde partij] toegebrachte schade
Veroordeelt verdachte aan de benadeelde partij, [naam], te betalen een bedrag van EUR 3.923,57 (drieduizend negenhonderddrieentwintig euro en zevenenvijftig cent) met dien verstande dat en indien en voorzover zijn mededader betaalt verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd.
Verwijst verdachte in de op de vordering gevallen kosten en bepaalt deze, voorzover aan de zijde van de benadeelde partij gevallen, op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, genaamd [naam], een bedrag te betalen van EUR 3.923,57 (drieduizend negenhonderddrieentwintig euro en zevenenvijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 78 (achtenzeventig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij inzoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat inzoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr Dik, voorzitter,
mrs Otte en Van der Pol, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr Schellekens, griffier,
en op 10 juni 2004 ter openbare terechtzitting uitgesproken.