ECLI:NL:GHAMS:2004:AP2874
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Beukers-van Dooren
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige boete opgelegd aan overledene; kostenvergoeding voor bezwaarfase
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2004, gaat het om een beroep van de erven van mevrouw X tegen de beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst inzake een boetebeschikking. Mevrouw X is op 5 maart 2003 overleden, en de inspecteur had op 4 april 2003 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, inclusief een verzuimboete van € 340. De gemachtigde van de erven heeft bezwaar aangetekend, maar in dit bezwaar werd het overlijden van mevrouw X niet vermeld. De inspecteur heeft de boete later tot nihil verminderd, maar het bezwaar en het verzoek om kostenvergoeding werden afgewezen.
Het Hof oordeelt dat de inspecteur onrechtmatig heeft gehandeld door een boete op te leggen, terwijl hij op de hoogte was van het overlijden van mevrouw X. De herroeping van de boetebeschikking is het gevolg van deze onrechtmatigheid. Het Hof stelt vast dat de kosten van de bezwaarprocedure vergoed moeten worden, omdat de onrechtmatigheid is hersteld na het indienen van het bezwaar. De inspecteur had niet aannemelijk gemaakt dat hij de vermindering van de boete voorafgaand aan het bezwaar had bekendgemaakt.
Het Hof komt tot de conclusie dat de gemaakte kosten voor de bezwaarprocedure, die door de gemachtigde zijn ingediend, in aanmerking komen voor vergoeding. De waarde per punt in boetezaken is vastgesteld op € 322, en het Hof kent een vergoeding toe van € 40,25 voor de kosten van de bezwaarprocedure en € 80,50 voor de proceskosten. De inspecteur wordt veroordeeld tot betaling van deze bedragen aan de erven van mevrouw X, evenals de terugbetaling van het griffierecht van € 31. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Belastingdienst om zorgvuldig om te gaan met gevallen waarin belanghebbenden zijn overleden.