ECLI:NL:GHAMS:2004:AP8429
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Goes
- J. Thijssen
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschrift in belastingzaak en postverwerking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 juni 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X, belanghebbende, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, gedateerd 18 september 2003. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. Het hof heeft geoordeeld dat het bezwaarschrift van belanghebbende te laat is ingediend. De inspecteur ontving een pro-forma bezwaarschrift met dagtekening 20 februari 2002, maar het hof achtte aannemelijk dat het bezwaarschrift pas op 26 februari 2002 door de inspecteur is ontvangen, waardoor het niet tijdig was ingediend volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het hof heeft het aanbod van belanghebbende om getuigenbewijs te leveren over de postverwerking gepasseerd, omdat het hof van mening was dat, zelfs als de getuige zou verklaren dat het bezwaarschrift op 20 februari 2002 ter post was bezorgd, dit niet zou leiden tot de conclusie dat het bezwaarschrift ontvankelijk was. Het hof heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift vóór het einde van de termijn van zes weken, zoals genoemd in artikel 6:7 van de Awb, door de inspecteur had moeten zijn ontvangen.
De inspecteur heeft in zijn uitspraak op bezwaar belanghebbende wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft geen reden gezien om de niet-ontvankelijkverklaring achterwege te laten, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De uitspraak van het hof is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken. Het hof heeft geen proceskosten toegewezen, aangezien belanghebbende in het ongelijk is gesteld en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.