ECLI:NL:GHAMS:2004:AQ1728
Gerechtshof Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- M. Goes
- A. Schiltkamp
- Rechtspraak.nl
Waarde van roerende woonboot in geschil met betrekking tot aanslagen roerende-ruimtebelastingen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, staat de waarde van een roerende woonboot centraal in het kader van aanslagen roerende-ruimtebelastingen voor het jaar 2001. De belanghebbende, eigenaar en gebruiker van de woonboot aan de A-straat 1 te Z, heeft bezwaar aangetekend tegen de door de gemeente P opgelegde aanslagen, die zijn gebaseerd op een waarde van € 49.008, vastgesteld op de waardepeildatum van 1 januari 1999. De belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat deze moet worden vastgesteld op € 32.672, maar heeft zijn standpunt niet onderbouwd met een taxatierapport of andere relevante bewijsmiddelen.
Het Hof heeft de zaak op 16 juni 2004 behandeld en op 30 juni 2004 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelt dat de waarde van de woonboot niet adequaat is onderbouwd door beide partijen. De vergelijkingsobjecten die door de gemeente zijn aangedragen, zijn volgens het Hof niet vergelijkbaar met de woonboot, gezien de zeer kleine oppervlakte van 19 m², de ligging en het ontbreken van basisvoorzieningen zoals gas, water en elektriciteit. Het Hof concludeert dat de waarde van de woonboot in goede justitie moet worden vastgesteld op € 36.000, en vernietigt de eerdere uitspraken van de gemeente.
Daarnaast oordeelt het Hof dat de gemeente P het griffierecht van € 31 aan de belanghebbende moet vergoeden, nu het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van taxaties en de rol van vergelijkingsobjecten in waardebepalingen voor roerende woonruimten.