ECLI:NL:GHAMS:2004:AR3698
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Kemmers
- mr. Boersma
- Rechtspraak.nl
Zelfstandigenaftrek en urennorm in belastingzaak van leraar met postzegelveilingen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 30 september 2004, staat de zelfstandigenaftrek van een leraar centraal. De belanghebbende, die in 1999 getrouwd was en een kind had, werkte fulltime als leraar op twee middelbare scholen en gaf daarnaast les bij verschillende onderwijsinstellingen. Hij organiseerde ook postzegelveilingen, waaruit hij een provisie en netto winst genereerde. De inspecteur van de Belastingdienst had het belastbaar inkomen van de belanghebbende vastgesteld op ƒ 81.323, wat hoger was dan de door de belanghebbende aangegeven ƒ 72.117. De inspecteur corrigeerde de zelfstandigenaftrek van ƒ 11.815, wat leidde tot bezwaar van de belanghebbende.
Het Hof oordeelde dat de urenspecificatie van de belanghebbende onvolledig was en geen inzicht gaf in de aard van de werkzaamheden. De belanghebbende had een totaal aantal gewerkte uren van 3621 opgegeven, maar het Hof achtte dit aantal onaannemelijk hoog. Het Hof wees op verschillende inconsistenties in de urenspecificatie, zoals het ontbreken van uren voor voorbereiding van lessen en de onwaarschijnlijkheid dat de belanghebbende geen tijd aan de verbouwing van zijn huis had besteed. Ook de verhouding tussen de ontvangen provisie en de gewerkte uren werd als indicatie gebruikt om de opgegeven uren te betwijfelen.
Uiteindelijk concludeerde het Hof dat de belanghebbende niet had aangetoond dat hij meer dan 1225 uur aan zijn onderneming had besteed, wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van de zelfstandigenaftrek. De inspecteur had op goede gronden geen zelfstandigenaftrek toegepast. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof zag geen reden om de inspecteur in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en de belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.