ECLI:NL:GHAMS:2004:AR4561
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- mr. Denie
- mrs. Dee
- mr. Barels
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep van verdachte in ripdeal-zaak met inconsistenties in getuigenverklaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 oktober 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht. De verdachte was beschuldigd van het voorbereiden van een ripdeal, waarbij hij samen met medeverdachten een gewelddadige diefstal zou hebben gepleegd. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verklaringen van de medeverdachten, met name die van [medeverdachte 1], vol inconsistenties en ongerijmdheden zaten. Hierdoor werd de mogelijkheid geacht dat er geen plan tot een nep-ripdeal was ontstaan. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet overtuigend genoeg was om tot een veroordeling te komen.
De zaak kwam voor het hof na een hoger beroep dat was ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht, waarin de verdachte op 12 september 2003 was veroordeeld. Het hof heeft de eerdere uitspraak vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte was in voorlopige hechtenis genomen, maar deze werd opgeheven op 24 september 2004. Het hof heeft de in beslag genomen voorwerpen gelast te bewaren ten behoeve van de rechthebbende.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van consistente en logische getuigenverklaringen in strafzaken. De vrijspraak van de verdachte toont aan dat zonder overtuigend bewijs, de rechtsstaat zijn werking behoudt en dat verdachten recht hebben op een eerlijke behandeling in het strafproces.