ECLI:NL:GHAMS:2004:AR5957
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Goes
- A. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en onmiddellijk laden van goederen in Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 november 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X, belanghebbende, tegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Amsterdam. De naheffingsaanslag was gedateerd op 14 augustus 2003 en was het gevolg van een parkeercontrole waarbij om 15.59 uur werd vastgesteld dat de auto van belanghebbende zonder geldig parkeerkaartje geparkeerd stond. Belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en stelde dat hij op dat moment bezig was met het onmiddellijk laden van goederen, in dit geval een tafel en stoelen, van de vierde etage van het huis van zijn dochter naar zijn auto.
Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Belanghebbende arriveerde om 15.55 uur bij het huis van zijn dochter en begon direct met het inladen van de goederen. Het Hof oordeelde dat de handelingen die belanghebbende verrichtte, zoals het naar beneden dragen van de tafel, onder de definitie van 'onmiddellijk laden' vallen zoals vastgelegd in de gemeentelijke verordening. De tijd die nodig was om de tafel van de vierde etage naar beneden te dragen, viel binnen de grenzen van wat als onmiddellijk laden kan worden beschouwd.
Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd, omdat belanghebbende niet geparkeerd had in de zin van de verordening. De uitspraak van de heffingsambtenaar werd vernietigd en het Hof gelastte de gemeente Amsterdam het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. Dit oordeel is in lijn met eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, die ook de noodzaak van een directe handeling bij het laden van goederen benadrukt.
De uitspraak benadrukt het belang van de context en de tijdsduur van handelingen bij het bepalen of er sprake is van parkeren of onmiddellijk laden, en bevestigt dat de specifieke omstandigheden van de zaak bepalend zijn voor de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag.