ECLI:NL:GHAMS:2004:AR7029
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Goes
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op ontvangen bedrag van werkgever als loon of onbelaste koerswinst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij belanghebbende, werkzaam bij A B.V., een bedrag van ƒ 4.400 ontving van B B.V. in opdracht van haar werkgever. Belanghebbende stelde dat dit bedrag een onbelaste koerswinst op aandelen betrof, terwijl de inspecteur van de Belastingdienst meende dat het om loon ging. De inspecteur had eerder een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij belanghebbende bezwaar had aangetekend. Tijdens de zitting op 11 november 2004 heeft belanghebbende verklaard dat het ontvangen bedrag voortkwam uit een investering in aandelen, maar zij kon geen schriftelijk bewijs of verklaring van de werkgever overleggen ter ondersteuning van haar standpunt.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat het bedrag van ƒ 4.400 niet als loon uit dienstbetrekking moest worden aangemerkt. Het Hof vond de gang van zaken rondom de ontvangst van het bedrag ongeloofwaardig, vooral gezien het feit dat belanghebbende geen bewijsstukken kon overleggen die haar verhaal ondersteunden. De inspecteur had in zijn verweerschrift aangegeven dat het bedrag dat belanghebbende ontving, eerder een uitkering van loon was, en het Hof volgde deze redenering. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof oordeelde dat het bedrag tot het belastbaar inkomen van belanghebbende behoorde.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in belastingzaken, vooral wanneer het gaat om de kwalificatie van ontvangen bedragen. Het Hof heeft geen aanleiding gezien om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten van belanghebbende, en de beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken.