ECLI:NL:GHAMS:2004:AR8098
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.B. Bijl
- A.F.M.Q. Beukers–Van Dooren
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 december 2004 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1999. De belanghebbende, geboren in 1957 en gehuwd, is directeur en enig aandeelhouder van B B.V., voorheen C B.V. In de aangifte vennootschapsbelasting over 1999 heeft hij een vordering op de aandeelhouder vermeld van ƒ 1.367.919. Belanghebbende stelt dat hij in 1999 een lening van ƒ 1.318.855 heeft ontvangen van de B.V. tegen een rente van 5% per jaar, met een aflossing van ƒ 200.000 per jaar of anderszins. De inspecteur heeft een navorderingsaanslag opgelegd, waartegen belanghebbende in beroep is gegaan.
Tijdens de zitting op 22 november 2004 is overeengekomen dat, indien belanghebbende niet kan aantonen dat de door hem gestelde aflossingen op de lening daadwerkelijk zijn voldaan, deze bedragen als uitdeling van winst zullen worden aangemerkt in de jaren 2000 en 2001. Het Hof heeft geoordeeld dat de lening bestaat en dat het bedrag op 31 december 1999 ƒ 1.367.919 bedraagt. Het Hof heeft vastgesteld dat het verlies van ƒ 193.179 kan worden verrekend met het inkomen van 1999, waardoor de navorderingsaanslag komt te vervallen.
Het Hof heeft de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 966, en heeft de Staat gelast het griffierecht van € 31 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. H.H. de Rijk, en is ter openbare zitting uitgesproken. Belanghebbende kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal schriftelijk verzoeken om vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke.