ECLI:NL:GHAMS:2004:AT5586
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Splint
- W. Wigleven
- A. Lukács
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en afbouw van alimentatieverplichting na echtscheiding met inachtneming van gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw na hun echtscheiding. De man had verzocht om nihilstelling van de alimentatie met terugwerkende kracht en beëindiging van de alimentatieverplichting. De rechtbank had eerder bepaald dat de alimentatieverplichting van de man tot 1 augustus 2005 zou duren, met een afbouwregeling van de alimentatiebedragen. De man stelde dat de beëindiging van de alimentatie, ondanks het verstrijken van de termijn van vijftien jaar, op dit moment niet van de vrouw kon worden gevergd. Hij voerde aan dat de vrouw zelf verantwoordelijk was voor haar huidige financiële situatie, aangezien zij een aanzienlijk bedrag uit de verdeling had ontvangen en meerdere ondernemingen had opgezet.
Het hof oordeelde dat de beëindiging van de alimentatieverplichting van de man met ingang van 1 januari 2007 kon worden vastgesteld, met een afbouwregeling van de alimentatiebedragen. De man zal met ingang van 1 januari 2005 € 2.000,- per maand betalen en met ingang van 1 januari 2006 € 1.000,- per maand. De wettelijke indexering werd uitgesloten, en na de beëindiging van de alimentatieverplichting op 1 januari 2007 was verlenging niet meer mogelijk. Het hof volgde de rechtbank in haar overwegingen, maar paste de datum van beëindiging aan op basis van de leeftijd van de man, zijn op handen zijnde pensionering en de verdiencapaciteit van de vrouw. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.