ECLI:NL:GHAMS:2004:AT9945
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P. Peeperkorn
- W. Wigleven
- A. Gras
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake echtscheiding tussen Marokkaanse partijen met betrekking tot toepasselijk recht en procedure in Marokko
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 15 januari 2004, betreft het een hoger beroep van de vrouw tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam. De vrouw is in hoger beroep gekomen van de beschikking van 12 maart 2003, waarin de echtscheiding tussen haar en de man werd uitgesproken. Beide partijen hebben de Marokkaanse nationaliteit en hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland. De man heeft inmiddels in Marokko een tweede huwelijk gesloten.
De vrouw verzoekt het hof om de eerdere beschikking te vernietigen en de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot echtscheiding. De man daarentegen verzoekt om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof overweegt dat er een gemeenschappelijk nationaal recht is, namelijk het Marokkaanse recht, en dat een echtscheiding volgens dit recht mogelijk is. De vrouw heeft verklaard bereid te zijn om mee te werken aan een echtscheidingsprocedure in Marokko, mits deze niet via het Marokkaanse consulaat plaatsvindt.
Het hof concludeert dat de man in de gelegenheid moet worden gesteld om met medewerking van de vrouw een echtscheidingsprocedure in Marokko te voeren. De zaak wordt pro forma aangehouden voor een jaar, of eerder indien de man kan aantonen dat hij een echtscheidingsprocedure in Marokko heeft gevoerd of dat de vrouw niet meewerkt aan die procedure. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 15 januari 2004.