ECLI:NL:GHAMS:2005:AS8296
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- N.A.M. Schipper
- A.L.G.A. Stille
- P.J.N. van Os
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet ontvankelijk verklaard tegen beslissing kamer van toezicht over notarissen
In deze zaak heeft klaagster hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kamer van toezicht over notarissen te Breda, die op 30 september 2002 haar verzet tegen een eerdere beslissing ongegrond had verklaard. De oorspronkelijke klacht van klaagster was door de (plaatsvervangend) voorzitter van de kamer op 22 juli 2002 als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster heeft een aanzienlijke hoeveelheid producties ingediend ter ondersteuning van haar hoger beroep. De zaak is behandeld op een openbare terechtzitting op 9 december 2004, waar zowel klaagster als de notaris aanwezig waren en hun standpunten hebben toegelicht.
Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. Op basis van artikel 107 lid 1 van de Wet op het notarisambt (WNA) staat in het algemeen hoger beroep open tegen beslissingen van de kamer. Echter, artikel 99 leden 2, 6 en 10 van de WNA stelt dat de (plaatsvervangend) voorzitter kennelijk niet ontvankelijke en kennelijk ongegronde klachten kan afwijzen, en dat tegen een dergelijke beslissing geen rechtsmiddel openstaat. Dit betekent dat als de kamer de klacht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, er geen mogelijkheid is voor hoger beroep.
Gelet op deze bepalingen heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep van klaagster niet ontvankelijk is. De beslissing van het hof is op 10 februari 2005 uitgesproken, waarbij klaagster niet ontvankelijk is verklaard in haar hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van toezicht over notarissen.