ECLI:NL:GHAMS:2005:AT5068
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de gemeente om parkeerbelasting te heffen op niet in eigendom of beheer zijnde grond
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2005 uitspraak gedaan over de bevoegdheid van de gemeente Alkmaar om parkeerbelasting te heffen voor parkeren op een strook grond aan de openbare weg. De belanghebbende, een medewerker van Advocatenkantoor A, had zijn auto geparkeerd op een strook grond die niet in eigendom of beheer was van de gemeente. De gemeente had geen toestemming van de eigenaar van de strook, Advocatencollectief Z BV, om parkeerbelasting te heffen. Het Hof oordeelde dat de gemeente niet zomaar parkeerbelasting kan heffen op grond die zij niet zelf in eigendom of beheer heeft, en dat hiervoor de instemming van de eigenaar noodzakelijk is.
Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de bestreden uitspraak en de naheffingsaanslag. Tevens werd de gemeente Alkmaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende. De uitspraak is gebaseerd op de parlementaire geschiedenis van artikel 225 van de Gemeentewet, waaruit blijkt dat de heffing van parkeerbelasting niet alleen afhankelijk is van het feit dat er geparkeerd wordt op gemeentelijke grond, maar ook van de toestemming van de eigenaar van de grond.
De uitspraak benadrukt dat de gemeente niet zonder meer bevoegd is om parkeerbelasting te heffen op wegen of terreinen die niet in haar eigendom of beheer zijn. Dit is van belang voor de rechtszekerheid van burgers en de transparantie van gemeentelijke belastingheffing. De belanghebbende had op 16 december 2003 geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen, maar het Hof oordeelde dat de naheffingsaanslag niet rechtsgeldig was, omdat de gemeente niet bevoegd was om deze belasting te heffen zonder toestemming van de eigenaar.