ECLI:NL:GHAMS:2005:AU4206
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.M.J. Denie
- Y.A.J.M. van Kuijck
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewijsvoering en vrijspraak van verdachte in strafzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is het hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te Utrecht van 8 september 2004. De verdachte heeft hoger beroep aangetekend, waarbij de afdruk van een microfiche, die de naam van de verdachte als houder van een bankrekening bevat, centraal staat. De vraag is of deze microfiche als bewijs kan dienen voor het rekeninghouderschap van de verdachte. Het hof constateert dat, hoewel enkele beweerde rekeninghouders hebben bevestigd dat zij een bankrekening bij de betrokken bank hadden, de authenticiteit van de microfiche door de bank niet is bevestigd. Hierdoor kan het hof de microfiche niet als beslissend bewijs aanmerken.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en komt tot de conclusie dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen zijn om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De ontkenning van de verdachte wordt door het hof niet als bewijs aangemerkt, omdat deze ontkenning niet voldoende onderbouwd is met andere bewijsmiddelen. Het hof wijst het verzoek van de advocaat-generaal tot het horen van getuigen af, omdat dit niet kan leiden tot een ander oordeel.
Uiteindelijk spreekt het hof de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat er geen overtuiging is verkregen dat de verdachte deze feiten heeft begaan. De uitspraak is gedaan op 12 oktober 2005, na onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2005.