Bij de beoordeling van de klacht wordt van het navolgende uitgegaan:
a. Een zekere [J] is vanaf 1 januari 1993 bestuurder geweest van klaagster, een waterleidingmaatschappij ten behoeve van de inwoners van de gemeente [plaats].
b. Op 18 november 1997 is ten overstaan van de notaris een notariële akte gepasseerd waarbij een reglement is vastgesteld voor de kerkelijke rechtspersoon Vrijzinnig Geloofsgenootschap [K] en Omstreken (hierna: VGK), gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] aan het Stationsplein 9-12.
Volgens de akte is VGK in 1965 opgericht en was G.[H], echtgenote van [J], (hierna: [H]) enig bestuurder van VGK.
c. Blijkens een daartoe bestemde notariële akte, die op dezelfde datum door de notaris is gepasseerd, hebben [J] en [H] het appartementsrecht met betrekking tot het appartement aan het Stationsplein 9-12 te [plaats] verkocht aan VGK voor een koopprijs van fl. 180.000,-- en is dat recht op die dag aan VGK geleverd. [H], al dan niet met [J], woonde in dat appartement.
d. In verband met het passeren van beide akten heeft [H] - en voor de tweede akte eveneens [J] – op 15 november 1997 een volmacht ondertekend. Haar handtekening is gecontroleerd aan de hand van een (fotokopie) van haar paspoort.
e. De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) heeft vanaf november 1999 onderzoek gedaan naar het handelen van [J] en diverse vennootschappen waarvan hij bestuurder is geweest in de jaren 1994 tot en met 1999.
f. [J] is op 7 juli 2000 door de algemene vergadering van aandeelhouders van klaagster ontslagen.
g. [J] en [H] zijn op 1 maart 2001 van echt gescheiden. [H] heeft zichzelf op 2 maart 2001 het leven benomen.
h. Bij brief van 23 maart 2001 heeft klaagster [J] medegedeeld dat zij de overdracht van voormeld appartementsrecht vernietigde.
i. [J] is wegens diverse strafbare feiten verband houdend met het onder e. bedoelde handelen, onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 53 maanden en een geldboete van fl. 1.125.000,--.
j. Klaagster heeft [J] en VGK gedagvaard voor de rechtbank Utrecht en onder meer gevorderd, kort gezegd:
(a) dat voor recht zal worden verklaard dat het appartementsrecht in eigendom toebehoort aan [J], althans dat de overdracht van dat recht aan VGK is vernietigd,
(b)althans dat die overdracht in rechte zal worden vernietigd,
(c) dat [J] en VGK zullen worden veroordeeld om dat recht weer op naam van [J] te stellen.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 26 maart 2003 - waarvan beroep - deze vorderingen van klaagster afgewezen.
k. In zijn brief van 30 maart 2004 heeft de advocaat van klaagster de notaris verzocht om informatie over de gang van zaken met betrekking tot het verlijden van de twee aktes.
l. Op 13 april 2004 heeft de notaris hierop het navolgende geantwoord: “(…) Met referte aan uw schrijven d.d. 30 maart j.l. bericht ik u dat ik – gelet op mijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in de Wet op het notarisambt – niet de door u gevraagde informaties kan verstrekken. (…)”.
m. In een geschil waarin onder meer partij waren klaagster, [J] en VGK, heeft het gerechtshof Amsterdam in zijn arrest van 10 februari 2005 het navolgende – voorzover hier van belang – overwogen c.q. bepaald: “(…)
4.26 Uit de verklaringen van [H] blijkt dat zij niet heeft geweten en niets van doen heeft gehad met de overdracht. Uit de tot levering bestemde notariële akte volgt het tegendeel niet. Volgens die akte is namens [H] een schriftelijk gevolmachtigde verschenen, wiens volmacht de notaris is gebleken uit een onderhandse akte. Niet blijkt dat en op welke wijze de notaris is nagegaan of [H] met die volmacht bekend was en die daadwerkelijk had verstrekt.
4.27 Het hof neemt verder in aanmerking dat het aannemelijk is dat [J] het appartementsrecht aan VGK heeft willen overdragen ter voorkoming van verhaal door derden (…)
4.28 (…) Dat betekent dat – in elk geval van de zijde van VGK, waarvan [H] immers de enige bestuurder was – geen instemming met de verkoop en overdracht heeft bestaan, zodat geen overeenkomst is totstandgekomen (…).
5. De beslissing
(…) verklaart voor recht dat [J] de gerechtigde (appartementseigenaar) is tot het appartementsrecht.
Veroordeelt VGK om binnen één maand na betekening van dit arrest mee te werken aan het weer op naam van [J] stellen van het hiervoor bedoelde appartementsrecht (…)”.
n. Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht heeft de notaris fotokopieën van het paspoort van [H] en van de door haar en [J] ondertekende volmacht in verband met de overdracht van het appartementsrecht aan VGK, aan de Kamer overgelegd.