ECLI:NL:GHAMS:2005:AV0771
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.B. Bijl
- Rechtspraak.nl
Bepaling van ondernemingsvermogen en privé-vermogen bij belastingaanslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2005 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst. Het geschil betreft de vraag of een bouwblok dat door belanghebbende is verworven, tot zijn ondernemingsvermogen of privé-vermogen moet worden gerekend in het kader van de inkomstenbelasting voor het jaar 2001. Belanghebbende en zijn vader hebben in 1997 gesprekken gevoerd met de gemeente over de verplaatsing van hun bloembollenbedrijf. In 1998 heeft de gemeente een bestemmingsplan gewijzigd om een agrarisch bouwblok te realiseren, dat uiteindelijk aan belanghebbende is geleverd. Belanghebbende heeft in zijn aangifte voor 1998 de percelen tot zijn ondernemingsvermogen gerekend, maar heeft later betoogd dat een deel van de grond tot zijn privé-vermogen moest worden gerekend.
Het Hof overweegt dat de percelen zijn verworven met de intentie om het bloembollenbedrijf voort te zetten, wat betekent dat deze tot het ondernemingsvermogen behoren. Echter, als er een redelijke verwachting bestond dat een gedeelte van de grond voor zelfbewoning zou worden aangewend, kan dit deel tot het privé-vermogen worden gerekend. Het Hof oordeelt dat belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat er op alle relevante momenten een dergelijke verwachting bestond. Hierdoor kan het gedeelte van 650 m2 als keuzevermogen worden aangemerkt.
De uitspraak van het Hof is dat het beroep van belanghebbende gegrond is, de aanslag wordt verminderd en de inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten. De totale correctie voor bestemmingswijzigingswinst bedraagt € 33.943, waarvan 60% aan belanghebbende wordt toegerekend. Het Hof heeft ook de proceskosten begroot op € 402,50 en het griffierecht van € 37 aan belanghebbende toegewezen.