ECLI:NL:GHAMS:2005:AZ7749
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.H. Huijzer
- W.H.F.M. Cortenraad
- D.J. Cohen Tervaert
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor verontreiniging perceel en vertragingsschade in koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een besloten vennootschap (appellante) en een particulier (geïntimeerde) over de gevolgen van verontreiniging van een perceel grond dat door de geïntimeerde aan de appellante is verkocht. De appellante is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Utrecht, waarin haar vordering tot schadevergoeding werd afgewezen. De appellante stelt dat de koopovereenkomst inhoudt dat alle nadelige gevolgen van verontreiniging voor rekening van de geïntimeerde komen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de overeenkomst niet dwingt tot deze conclusie en dat de geïntimeerde enkel verantwoordelijk is voor de kosten van onderzoek en sanering.
De zaak is behandeld op 25 april 2005, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De appellante heeft bewijs aangeboden om haar stelling te onderbouwen dat er een afspraak is gemaakt over de risicoverdeling van de verontreiniging. Het hof heeft de appellante toegelaten tot bewijslevering, waarbij getuigen zullen worden gehoord op 1 november 2005. Het hof oordeelt dat de redelijkheid en billijkheid niet in de weg staan aan de mogelijkheid dat de geïntimeerde aansprakelijk is voor de vertragingsschade, afhankelijk van de uitkomst van het bewijs.
Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en partijen in de gelegenheid gesteld om eventuele verhinderingen voor de getuigenverhoren door te geven. De uitspraak van het hof is openbaar gedaan op 1 september 2005.