ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9895
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.G. Coumans
- Y.A.J.M. van Kuijck
- G.C. Gillissen
- Rechtspraak.nl
Oplegging van de ISD-maatregel en verlenging van voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 januari 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Utrecht van 20 december 2005. De rechtbank had de vordering tot verlenging van de gevangenhouding van de verdachte afgewezen, wat leidde tot zijn onmiddellijke invrijheidstelling. De verdachte was eerder op 10 november 2005 in bewaring gesteld in verband met de verdenking van diefstal van een fiets. De officier van justitie had aangegeven voornemens te zijn om de verdachte te plaatsen in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD). Het hof oordeelde dat de rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom de verdachte niet in aanmerking zou komen voor de ISD-maatregel, ondanks de wettelijke criteria die hiervoor gelden. Het hof benadrukte dat de duur van de voorlopige hechtenis niet in verhouding staat tot de gebruikelijke straffen voor vergelijkbare delicten, maar dat de mogelijkheid van de ISD-maatregel een belangrijke overweging is. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de vordering tot verlenging van de gevangenhouding toe voor de duur van zestig dagen. Deze beslissing werd genomen in het licht van de noodzaak om de verdachte de kans te geven om te worden beoordeeld voor de ISD-maatregel, waarbij een schriftelijke rapportage vereist is.