ECLI:NL:GHAMS:2006:AV2899
Gerechtshof Amsterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- F.H.M. Possen
- R.J.M. Bosch
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Douanekamer inzake verzoek om teruggaaf antidumpingrechten
In deze zaak heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam zich onbevoegd verklaard met betrekking tot een verzoek om teruggaaf van antidumpingrechten. Het beroep is ingediend door Y, belastingadviseurs te Z, namens de besloten vennootschappen X B.V. en Q B.V. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Z, waarin het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking op een verzoek om teruggaaf van antidumpingrechten werd afgewezen. De beschikking was gedateerd op 24 december 2003 en verklaarde belanghebbende niet-ontvankelijk.
De Douanekamer heeft vastgesteld dat de procedure niet correct was gevolgd, aangezien het geschil voortkwam uit een verzoek tot terugbetaling en niet uit een beschikking van de inspecteur over indeling in het douanetarief. Dit is in lijn met een eerder arrest van de Hoge Raad, dat bepaalde dat de Douanekamer alleen bevoegd is als het indelingsgeschil voortkomt uit een beschikking van de inspecteur. Daarom heeft de Douanekamer zich onbevoegd verklaard en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 322. Tevens is de Staat der Nederlanden gelast het griffierecht van € 273 aan belanghebbende te vergoeden.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep worden ingesteld bij de Douanekamer. Het verzetschrift moet ondertekend zijn en moet de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, de vermelding van de uitspraak waartegen het verzet is gericht, en de gronden van het verzet bevatten. Indien het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de eerdere uitspraak en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.