ECLI:NL:GHAMS:2006:AY6140
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- T.A.C. van Hartingsveldt
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van zaak door eiseres in hoger beroep tegen Dexia Bank Nederland NV
In deze zaak heeft [appellante] op 4 april 2005 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, dat op 6 januari 2005 was uitgesproken. De zaak betreft een verzoek tot schorsing van de procedure door [appellante], die in hoger beroep is gekomen van een eerdere uitspraak. Dexia Bank Nederland NV, de geïntimeerde, heeft een akte ingediend met een verzoek tot schorsing op basis van artikel 1015 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rolraadsheer heeft de vordering van Dexia beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een vordering die onder de overeenkomst valt die in een vergoeding voorziet, zoals bedoeld in artikel 1015 Rv. De rolraadsheer heeft de vordering tot schorsing afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van Dexia. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 april 2006.