ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ6460

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1050/06 KG
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Coeterier
  • N. van Lingen
  • J.H. Huijzer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling op eindarrest inzake uitvoerbaarheid bij voorraad in geschil tussen Portakabin en Primakabin

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben de appellanten, gezamenlijk aangeduid als Portakabin, een verzoek ingediend om een eerder eindarrest van het hof, uitgesproken op 14 december 2006, aan te vullen. Dit verzoek was gericht op het verklaren van het eindarrest uitvoerbaar bij voorraad. De procureur van Portakabin heeft op 21 december 2006 het hof verzocht om deze aanvulling, terwijl de procureur van de geïntimeerde, Primakabin, op 22 december 2006 heeft geantwoord dat er geen sprake was van een kennelijke verschrijving of evidente fout die rectificatie rechtvaardigde. Primakabin stelde dat het verzoek van Portakabin de reikwijdte van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te buiten ging.

Het hof heeft in zijn beslissing op 11 januari 2007 geoordeeld dat het verzoek van Portakabin om het eindarrest uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, alsnog toewijsbaar was. Het hof heeft de aanvulling op het eindarrest gedaan door expliciet te verklaren dat het arrest uitvoerbaar bij voorraad is. Deze aanvulling is op de minuut van het eindarrest gesteld, waarmee het hof de rechtszekerheid voor de betrokken partijen heeft vergroot. De uitspraak is gedaan door de vier leden van de burgerlijke kamer van het hof, waarbij de rolraadsheer de uitspraak in het openbaar heeft gedaan.

Uitspraak

11 januari 2007
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
1. de rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap naar Engels recht PORTAKABIN LIMITED,
gevestigd te Huntington, York, Verenigd Koninkrijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PORTAKABIN B.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
APPELLANTEN,
procureur: mr. A. van Beelen,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIMAKABIN B.V.,
gevestigd te Klundert,
GEÏNTIMEERDE,
procureur: mr. O.H.J. Schmutzer.
1. Het verzoek en de beoordeling daarvan
1.1. Appellanten worden hierna tezamen in enkelvoud Portakabin genoemd en geïntimeerde wordt aangeduid als Primakabin.
1.2. Op 14 december 2006 heeft het hof in deze zaak een eindarrest uitgesproken (hierna: het eindarrest).
1.3. Bij faxbericht van 21 december 2006 heeft de procureur van Portakabin het hof verzocht het eindarrest te verbeteren in die zin dat het eindarrest uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
1.4. De procureur van Primakabin heeft bij faxbericht van 22 december 2006 geantwoord dat er geen sprake is van een kennelijke verschrijving of evidente fout in het eindarrest die zich leent voor rectificatie. Het verzoek van Portakabin gaat de reikwijdte van artikel 31 Rv. dan ook te buiten, aldus Primakabin.
1.5. Portakabin heeft in hoger beroep onder meer gevorderd dat het hof zijn (gehele) arrest uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren. Het hof heeft in het eindarrest verzuimd te beslissen over dit onderdeel van het gevorderde. Het hof verstaat het verzoek van Portakabin aldus dat zij verzoekt het eindarrest aan te vullen in de zin van artikel 32 Rv.
Gelet op het door het hof in het eindarrest bepaalde verbod en gebod en de daaraan verbonden dwangsom alsmede gelet op de omstandigheid dat Primakabin tot aan het eindarrest geen (specifiek) verweer heeft gevoerd tegen de vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad, zal het hof deze alsnog toewijzen en het eindarrest als hierna te melden aanvullen.
2. Beslissing
Het hof:
vult de beslissing van het eindarrest aan met de zin:
“verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;”
draagt de griffier op deze aanvulling op de minuut van het eindarrest te stellen.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Coeterier, N. van Lingen en J.H. Huijzer en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 januari 2007.