ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5790
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Valk
- Frankena
- Van Osch
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis wegens ontbreken rechts- en procesbevoegdheid van de stichting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2007, stond de rechts- en procesbevoegdheid van de stichting Algemene Woningstichting Houten centraal. De appellanten, [appellant sub 1] en [appellant sub 2], hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis. Tijdens de procedure werd duidelijk dat de stichting ten tijde van de inleidende dagvaarding niet meer bestond, wat leidde tot vragen over de ontvankelijkheid van de stichting in de procedure. Het hof oordeelde dat het ontbreken van rechts- en procesbevoegdheid bij de stichting, die de procedure had ingeleid, een ernstige schending van de openbare orde met zich meebracht. Dit leidde tot de voorlopige conclusie dat het bestreden vonnis vernietigd diende te worden en dat de stichting niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vorderingen. Het hof benadrukte dat de naam van de stichting, die door een rechtsopvolgster als handelsnaam werd gebruikt, geen invloed had op de juridische status van de stichting zelf. De zaak werd aangehouden voor verdere akten van partijen, waarbij het hof korte termijnen stelde in verband met de spoedeisendheid van het appel. De uitspraak werd gedaan door de rechters Valk, Frankena en Van Osch, en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.