ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5963
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. van der Pol
- A. Röben
- S. Smeeïng-van Hees
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken tot toelating in de wettelijke schuldsaneringsregeling van een echtpaar gehuwd naar Chinees recht met aanzienlijke belastingschulden
In deze zaak hebben [appellant sub 1] en [appellante sub 2], een echtpaar dat naar Chinees recht met elkaar is gehuwd, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoeken tot toelating in de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [appellant sub 1] zich niet aan de Nederlandse belastingvoorschriften had gehouden, wat resulteerde in aanzienlijke belastingschulden van ongeveer € 285.000,-. De rechtbank oordeelde dat de schulden ook aan [appellante sub 2] konden worden toegerekend, omdat zij samenwoonden en het onaannemelijk was dat zij niet op de hoogte was van de financiële situatie van het restaurant dat [appellant sub 1] had gedreven.
Tijdens de zitting van het hof werd duidelijk dat [appellant sub 1] en [appellante sub 2] een gezamenlijke schuldenlast van bijna € 360.000,- hadden, die grotendeels voortkwam uit de onderneming van [appellant sub 1]. De schulden omvatten niet alleen belastingschulden, maar ook boetes van het CJIB en het UWV. Het hof oordeelde dat [appellant sub 1] niet te goeder trouw was geweest in het ontstaan van deze schulden, ondanks zijn argument dat hij de Nederlandse taal niet machtig was en afhankelijk was van zijn boekhouder.
Het hof concludeerde dat de omstandigheden niet voldoende bijzonder waren om het verzoek tot toelating in de schuldsaneringsregeling toe te wijzen. De eerdere vonnissen van de rechtbank werden bekrachtigd, en het hof oordeelde dat zowel [appellant sub 1] als [appellante sub 2] niet in aanmerking kwamen voor de wettelijke schuldsaneringsregeling, gezien hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de schulden en de omstandigheden waaronder deze waren ontstaan.