ECLI:NL:GHAMS:2007:BA9491
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. Groen
- M. Smeeïng-van Hees
- J. Vaessen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating in de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan arbeidsvergunning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellante tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof behandelt het hoger beroep dat door appellante is ingediend tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht, waarin haar verzoek tot schuldsanering op 26 maart 2007 was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat appellante niet in staat was om de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling na te komen, omdat zij geen titel had op grond waarvan zij in Nederland arbeid mocht verrichten. Dit gebrek aan een arbeidsvergunning leidde tot de conclusie dat appellante niet kon voldoen aan de inspanningsverplichting om te solliciteren naar betaalde arbeid.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juni 2007 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunt toegelicht. Appellante betoogde dat de rechtbank een onjuiste interpretatie had gegeven aan de wettelijke schuldsaneringsregeling en dat de afwijzing van haar verzoek negatieve gevolgen zou hebben voor haar echtgenoot, die wel was toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft echter geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek van appellante terecht was, omdat de Hoge Raad in eerdere jurisprudentie heeft bepaald dat verzoeken tot toelating tot de schuldsaneringsregeling afzonderlijk moeten worden beoordeeld, ook bij gehuwde echtgenoten.
Het hof concludeert dat appellante haar verplichtingen niet naar behoren kan nakomen en dat de afwijzing van haar verzoek om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling moet worden bekrachtigd. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving en de relevante jurisprudentie.