ECLI:NL:GHAMS:2007:BC1874
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.H.M. Possen
- J.J.A.M. Kennis
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Navordering douanerechten touwproducten en indeling in het Gemeenschappelijk douanetarief
In deze zaak gaat het om een navordering van douanerechten die voortvloeit uit een gewijzigde indeling van touwproducten in het Gemeenschappelijk douanetarief. De Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam heeft op 11 december 2007 uitspraak gedaan in het geschil tussen de douane en de belanghebbende, een douane-expediteur. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had de aangiften van de belanghebbende gecorrigeerd en een uitnodiging tot betaling gestuurd voor een bedrag van € 5.524,06. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze navordering, waarbij zij zich beroept op artikel 220, lid 2, letter b, van het Communautair douanewetboek (CDW), dat stelt dat navordering niet mogelijk is als de belastingschuldige te goeder trouw heeft gehandeld en de vergissing niet redelijkerwijs kon worden ontdekt.
De Douanekamer oordeelt dat de inspecteur gelijk heeft gekregen in de indeling van de goederen, maar dat het beroep van de belanghebbende op artikel 220, lid 2, letter b, gegrond is voor de aangiften die niet daadwerkelijk zijn opgenomen. De Douanekamer overweegt dat de inspecteur niet verplicht is om de selectieprofielen openbaar te maken en dat er geen sprake is van schending van het fair trial beginsel. De uitspraak van de inspecteur wordt gedeeltelijk vernietigd, en de Douanekamer vermindert de uitnodiging tot betaling met een bedrag van € 876,64. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 1.932,--.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten in het cassatieberoepschrift.