ECLI:NL:GHAMS:2007:BC5091
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Vrouwenvelder
- M.H.A. Brands
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake waardevaststelling onroerende zaak en herstel van taxatiefout
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de belanghebbende, X te P, de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem aanvoert dat de rechtbank zich ten onrechte niet heeft uitgelaten over de herstelverplichting van een duidelijke fout bij de waardevaststelling van een woning. De gemeente had erkend dat er geen sprake was van een losstaande berging, wat volgens de belanghebbende een objectief vaststelbare taxatiefout oplevert. De belanghebbende stelt dat deze fout niet onder de werking van artikel 26a van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) valt, en dat de rechtbank dit niet correct heeft beoordeeld.
De mondelinge uitspraak werd gedaan door het Gerechtshof Amsterdam op 6 december 2007. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat uit de parlementaire behandeling van de Wet WOZ niet blijkt dat artikel 26a geen betrekking heeft op waardeafwijkingen die voortkomen uit objectief vaststelbare taxatiefouten. Het Hof concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was.
De belanghebbende had in hoger beroep aangevoerd dat de gemeente een duidelijke fout had erkend, maar het Hof oordeelt dat deze stelling niet kan leiden tot een andere uitkomst. De rechtbank heeft de feiten correct vastgesteld en de beslissing van het Hof is in overeenstemming met de eerder vastgestelde feiten.
Het Hof acht geen termen aanwezig om de gemeente te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.