In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [X] LIMITED tegen Interparts Industrie Mij. B.V. en andere vennootschappen, gezamenlijk aangeduid als Interparts c.s. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank te Amsterdam, waarin vorderingen van [X] tot het opheffen van conservatoire beslagen zijn afgewezen. De zaak betreft een geschil over de nakoming van een Consultancy Agreement en een Heads of Agreement tussen partijen, die zijn gesloten in het kader van een voorgenomen overname van de activa van Apex International B.V. door [X]. De voorzieningenrechter had eerder geoordeeld dat de vorderingen van [X] niet toewijsbaar waren, onder andere omdat de opzegging van de Consultancy Agreement door Interparts Industrie rechtsgeldig was. In hoger beroep heeft [X] negen grieven aangevoerd, terwijl Interparts c.s. in incidenteel appel drie grieven hebben ingediend. Tijdens de zitting op 26 november 2008 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de door [X] gelegde conservatoire beslagen zijn vervallen, omdat de vorderingen in reconventie niet de vordering zijn ter verzekering waarvan het beslag is gelegd. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd voor zover het de herbegroting van de vorderingen van [X] betreft, maar het vonnis voor het overige bekrachtigd. Tevens is [X] veroordeeld in de kosten van het principaal en het incidenteel appel.