ECLI:NL:GHAMS:2008:BC3449

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-003950-06
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. van Wijnen-Vergeer
  • J.M.J. Chorus
  • E.J.H. Schrage
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verduistering in dienstbetrekking en diefstal van telefoontikken en belminuten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte, geboren in 1983 en werkzaam bij KLM, werd beschuldigd van verduistering in dienstbetrekking en diefstal van telefoontikken en belminuten. De advocaat-generaal had een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De verdachte had in de periode van februari tot en met december 2004 met een telefoon van KLM frequent gebeld naar een 0909 servicenummer, wat aanzienlijke kosten voor KLM met zich meebracht. De verdachte gebruikte de credits die hij hiermee verwierf om te gokken op een internetcasino, waarvan de winsten op zijn bankrekening werden gestort.

Het hof moest beoordelen of de telefoontikken en belminuten als 'goederen' konden worden aangemerkt die vatbaar zijn voor toe-eigening. Het hof oordeelde dat telefoongesprekken en belminuten geen zelfstandige functie hebben in het economisch verkeer en dus niet als goederen kunnen worden beschouwd. Er was geen bewijs dat de diensten door middel van telefoontikken waren berekend, waardoor de rechtsvraag zich beperkte tot de belminuten en telefoongesprekken. Het hof concludeerde dat de KLM niet kan worden aangemerkt als eigenaar van deze 'goederen', en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.

Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Het hof gelastte de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan zowel de verdachte als de aangever. Dit arrest is gewezen door de 3e meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

arrestnummer:
parketnummer: 23-003950-06
datum uitspraak: 18 januari 2008
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 10 augustus 2006 in de strafzaak onder parketnummer 15-533236-05 van het openbaar ministerie
tegen
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1983],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats],
en aldaar feitelijk verblijvende.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 27 juli 2006 en op de terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2008.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, overeenkomstig de op de terechtzitting in eerste aanleg van 27 juli 2006 op vordering van de officier van justitie en de op de terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2008 op vordering van de advocaat-generaal toegestane wijzigingen tenlastelegging. Van die dagvaarding en vorderingen wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd. De daarin vermelde tenlastelegging wordt hier overgenomen.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en voorts tot 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is, kort samengevat, het volgende gebleken.
De verdachte heeft in de periode van februari 2004 tot en met december 2004 tijdens werktijd met een telefoon van zijn toenmalige werkgever KLM frequent gebeld met een 0909 servicenummer. Het betrof niet een telefoon waarvoor tevoren reeds een beltegoed was verworven, bijvoorbeeld door middel van een prepaid-kaart, noch waren tevoren reeds belminuten ingekocht die zodoende een tegoed vormden. Van een “beltegoed” dat aan de KLM of een ander/anderen dan de verdachte toebehoorde, is niet gebleken. Door dat nummer te bellen zijn aanzienlijke kosten gemaakt voor rekening van KLM.
Wanneer de verdachte naar voornoemd nummer belde, werden zogenaamde credits aan het speeltegoed van de verdachte toegevoegd waarmee hij vervolgens kon gokken op de website van een internetcasino. De hierdoor behaalde gokwinsten zijn uitbetaald op de bankrekening van de verdachte.
Het geschil in hoger beroep richt zich - blijkens het verhandelde ter terechtzitting op 4 januari 2008 - op de rechtsvraag of telefoontikken dan wel telefoongesprekken dan wel belminuten in het onderhavige geval kunnen worden aangemerkt als een “goed” dat als “toebehorende” aan een ander vatbaar is voor “toe-eigening”, zoals bedoeld in de artikelen 310, 321 en 322 Sr, door de verdachte.
Nu de stukken van het geding niet inhouden dat de diensten, zoals in het onderhavige geval door de provider geleverd, zijn berekend door middel van telefoontikken, is geen bewijs voor het gebruik van “telefoontikken” voorhanden, zodat in het onderhavige geval de hiervoor vermelde rechtsvraag wordt beperkt tot de tenlastegelegde “belminuten” en “telefoongesprekken”.
Telefoongesprekken worden tot stand gebracht door elektrische impulsen vanuit een telefooncentrale en duren zolang de verbinding met de centrale open blijft. Telefoongesprekken worden in belminuten - of delen daarvan - geregistreerd. Deze geregistreerde gesprekseenheden dienen als rekeneenheden om de telling van gesprekseenheden te sturen. De gesprekseenheden zijn derhalve slechts hulpmiddelen ter vaststelling van de gespreksduur die wordt gebruikt als basis voor de tariefstelling. Telefoongesprekken en belminuten hebben dientengevolge geen zelfstandige functie in het economisch of maatschappelijk verkeer en kunnen - anders dan de
advocaat-generaal als zijn standpunt heeft verwoord - derhalve niet worden aangemerkt als een “goed” dat als “toebehorende” aan een ander vatbaar is voor “toe-eigening”, zoals bedoeld in de artikelen 310, 321 en 322 Sr, door de verdachte.
Dat de KLM door haar telefoonaansluiting beschikt over de mogelijkheid te bellen en dat de kosten van het bellen aan de KLM in rekening worden gebracht, is onvoldoende om aan te nemen dat aan de KLM of een ander daarmee een goed toebehoort dat een derde zich kan toe-eigenen.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK bankafschrift - Postbank.
Gelast de teruggave aan [aangever]. van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
65 STK bescheiden - uitgeprinte gespreksspecificatie 12-04
54 STK bescheiden - werkrooster 2004
13 STK bescheiden - info over eurocazino.com
1 STK computer - onbekend cf0207 pc van transavia, bevat bew. materiaal op hardeschij
2 STK Cd-rom - gespr.specif. van januari t/m november 2004 .
Dit arrest is gewezen door de 3e meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van Wijnen-Vergeer, mr. J.M.J. Chorus en mr. E.J.H. Schrage, in tegenwoordigheid van mrs. K. Maas en B.R. Koenders, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 januari 2008.
Mr. Schrage is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.