ECLI:NL:GHAMS:2008:BE9983
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.W.J. de Groot
- M.E.A. Wildenburg
- H.G. Punt
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaak met airbag-methode na onderzoek naar bewijsvoering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 september 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem. De verdachte was aangeklaagd voor betrokkenheid bij drugshandel, waarbij gebruik werd gemaakt van de zogenaamde 'airbag-methode'. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat zij op twee momenten de kans had ontnomen om de onschuld van de verdachte te bewijzen. Ten eerste was er een te late instelling van onderzoek naar videobeelden op de luchthaven van Punta Cana, waardoor deze beelden vernietigd waren. Ten tweede was er te vroeg ingegrepen in het drugstransport, waardoor de verdachte niet gevolgd kon worden tot Rome, waar hij mogelijk niet betrokken zou zijn geweest bij de koffer met drugs.
Het hof overwoog dat de door de verdediging aangevoerde punten niet van dezelfde aard waren. De beslissing om de koffer met drugs uit het verkeer te halen was niet alleen gebaseerd op het aanhouden van een verdachte, maar ook op het voorkomen van ongecontroleerde verspreiding van de cocaïne. De advocaat-generaal stelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de bagage, omdat deze op zijn naam was ingecheckt. Echter, het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk de koffer had ingecheckt of dat hij op de hoogte was van de inhoud ervan.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de drugshandel. Het hof sprak de verdachte vrij en vernietigde het vonnis waarvan beroep. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak benadrukt het belang van een eerlijk proces en de noodzaak van voldoende bewijs voor een veroordeling.