ECLI:NL:GHAMS:2008:BH4466
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.E.F. Hillen
- A.M.C. Groen
- M.A.M. Vaessen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling na eerdere regeling binnen tien jaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellante] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. [appellante], die eerder tussen 23 november 1999 en 5 juli 2001 onder een schuldsaneringsregeling viel, verzocht opnieuw om toelating tot deze regeling. De rechtbank Utrecht had haar verzoek op 22 september 2008 afgewezen, omdat er geen sprake was van een uitzondering op de imperatieve afwijzingsgrond zoals opgenomen in artikel 288 lid 2 onder d van de Faillissementswet (Fw). Het hof heeft vastgesteld dat de eerdere schuldsaneringsregeling van [appellante] binnen de termijn van tien jaar was beëindigd, wat een belangrijke factor was in de beoordeling van het nieuwe verzoek.
Tijdens de zitting heeft [appellante] aangevoerd dat de schulden die in haar eerste huwelijk zijn ontstaan, niet aan haar te verwijten zijn, maar aan haar ex-echtgenoot [A.], die volgens haar machtsmisbruik heeft gepleegd. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellante] niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank had eerder al vastgesteld dat [appellante] en haar ex-echtgenoot niet in staat waren hun financiën zelfstandig te beheren, wat leidde tot de beëindiging van de eerdere schuldsaneringsregeling.
Het hof concludeert dat de eerdere schuldsaneringsregeling een imperatieve afwijzingsgrond oplevert voor het huidige verzoek van [appellante]. De omstandigheid dat haar ex-echtgenoot later wel succesvol een schuldsaneringsregeling heeft doorlopen, biedt geen aanleiding om het verzoek van [appellante] toe te wijzen. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank en wijst het verzoek van [appellante] af.