ECLI:NL:GHAMS:2009:BI2106
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S.F. Schütz
- J.E. Molenaar
- P.J. Duinkerken
- Rechtspraak.nl
Misbruik van procesrecht bij intrekking kort geding en geschil over administratieve bescheiden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant 1] en [appellant 2] tegen een vonnis van de rechtbank te Haarlem. De zaak betreft een geschil tussen [appellant 1], directeur van een bedrijfsjuridische adviesorganisatie, en [geïntimeerde], een advocaat, over de afgifte van administratieve bescheiden. De samenwerking tussen partijen eindigde in oktober 2005, waarna [geïntimeerde] de toegang tot het kantoor van [appellant 1] werd ontzegd. In juni 2006 heeft [geïntimeerde] [appellant 1] gesommeerd om de administratie over te leggen, maar [appellant 1] stelde dat [geïntimeerde] deze al had ontvangen. Op 29 juli 2006 heeft [geïntimeerde] [appellant 1] in kort geding gedagvaard, maar trok dit kort geding in op 17 augustus 2006, vlak voor de geplande zitting. Het hof oordeelt dat het intrekken van het kort geding niet automatisch leidt tot misbruik van procesrecht, omdat [geïntimeerde] gemotiveerd betwistte dat hij alle bescheiden had ontvangen. Het hof verklaart [appellant 2] niet-ontvankelijk in het hoger beroep en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij [appellant 1] en [appellant 2] worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.