ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4602
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- R.G. Kemmers
- A.L. Diender
- Rechtspraak.nl
Geschil over gezamenlijke gezagsuitoefening en schoolkosten na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 19 mei 2009, gaat het om een geschil tussen een vader en een moeder over de gezamenlijke gezagsuitoefening en de betaling van schoolkosten voor hun jongste zoon, [de minderjarige B]. De vader is in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om de moeder te verplichten de helft van de schoolkosten voor het Luzac College te betalen, werd afgewezen. De ouders zijn in 1983 gehuwd en hebben twee kinderen, geboren in respectievelijk 1987 en 1990. Hun huwelijk is in 2007 ontbonden.
De vader heeft de moeder in kennis gesteld van zijn voornemen om [de minderjarige B] in te schrijven bij het Luzac College, maar de moeder heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de inschrijving bij het Luzac niet in gezamenlijk overleg heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met de afspraken in het echtscheidingsconvenant. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat de keuze van de vader om [de minderjarige B] in te schrijven bij het Luzac gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van het moment, waaronder conflicten op de vorige school van [de minderjarige B].
Het hof heeft echter ook rekening gehouden met de slechtere financiële situatie van de moeder en heeft besloten dat zij een bijdrage van € 2.000,- aan de vader moet betalen voor de schoolkosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten van het geding zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft het verzoek van de vader om verdere betaling van schoolkosten voor de toekomst afgewezen, omdat [de minderjarige B] inmiddels volwassenenonderwijs volgt en de vader geen belang meer heeft bij dit verzoek.