ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ0934
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen-Poortvliet
- M. Wigleven
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Informatieplicht van de moeder ten aanzien van de vader over hun dochter
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 10 februari 2009, gaat het om de informatieplicht van de moeder ten aanzien van de vader over hun dochter. De moeder, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt om de informatieplicht te laten vervallen, terwijl de vader verzoekt om bekrachtiging van de eerdere beschikking. De ouders zijn in 1994 gehuwd en hebben samen een dochter, geboren in 1995. Hun huwelijk is ontbonden in 2000, en er is een omgangsregeling vastgesteld tussen de vader en de dochter. De moeder heeft echter gesteld dat de dochter en zijzelf de informatieverstrekking als een emotionele belasting ervaren.
Het hof heeft vastgesteld dat de vader zijn dochter al acht jaar niet heeft gezien en dat er onvoldoende redenen zijn om de informatieplicht niet op te leggen. Het hof oordeelt dat het belang van de vader om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van zijn dochter zwaarder weegt dan de persoonlijke levenssfeer van de dochter. De moeder moet de vader informeren over de gezondheid, schoolprestaties en andere belangrijke gebeurtenissen in het leven van de dochter, en een recente foto van haar verstrekken. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking, inclusief de dwangsom van € 250,- per keer dat de moeder haar informatieplicht niet nakomt.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de informatieplicht in het kader van het ouderlijk gezag en de rechten van de vader, ondanks de emotionele belasting die de moeder en dochter ervaren. Het hof stelt dat de moeder de informatie ook via de advocaat van de vader kan verstrekken, en dat de informatieverstrekking geen direct contact tussen de vader en de dochter met zich meebrengt. De moeder wordt aangespoord om haar dochter te ondersteunen in het opbouwen van vertrouwen in haar vader.