ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ6857
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- R.G. Kemmers
- J.E. Geuzinge
- Rechtspraak.nl
Vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding onder Marokkaans recht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om de vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding tussen een man en een vrouw, waarbij Marokkaans recht van toepassing was. De vrouw had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin was bepaald dat de man € 8.500,- aan haar moest betalen. De man had in zijn verweerschrift incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, dan wel om haar verzoek af te wijzen.
De partijen waren in 1991 in het Marokkaanse Consulaat te Amsterdam gehuwd en hun huwelijk was ontbonden door een echtscheidingsbeschikking in 2006. De man had een perceel grond in Marokko verworven, dat hij tijdens het huwelijk had verkocht. De vrouw stelde dat zij recht had op een deel van de waarde van het perceel en de woning die op dat perceel was gebouwd, omdat zij had bijgedragen aan de financiering van de aankoop en de bouw. De man betwistte dit en stelde dat hij de grond en de woning zelf had gefinancierd.
Het hof oordeelde dat de vrouw recht had op een deel van de waarde van het perceel en de woning, en dat de man aan haar een bedrag van € 8.273,- moest voldoen. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank voor zover deze bepaalde dat de man € 8.500,- aan de vrouw moest betalen en bepaalde in plaats daarvan dat het bedrag € 8.273,- was. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.