ECLI:NL:GHAMS:2009:BL3456

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.030.975/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.G. Kemmers
  • C.G. Kleene-Eijk
  • J.J.M. Bruinsma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van geslachtsnaam in het kader van echtscheidingsprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2009, gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank te Alkmaar. De vrouw, geboren in 1982 te Alkmaar, is de dochter van [voornaam x] [X] en [voornaam y] [Y]. In de geboorteaangifte is de geslachtsnaam van de vader, [X], opgenomen. De rechtbank Den Haag had in een eerdere beschikking op 25 augustus 2006 vastgesteld dat er geen rechtsgeldig huwelijk tussen de ouders van de vrouw was. De vrouw verzoekt in hoger beroep om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) tot wijziging van haar geslachtsnaam af te wijzen.

De zaak is behandeld op 10 september 2009, waarbij de gemeente Alkmaar niet verschenen was. Het hof beoordeelt of de rechtbank op goede gronden heeft beslist dat de geboorteakte van de vrouw moet worden verbeterd, zodat haar geslachtsnaam wordt gewijzigd van [X] naar [Y]. De vrouw stelt dat de wijziging van haar geslachtsnaam leidt tot identiteitsverlies en een inbreuk op haar privéleven, zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Het hof concludeert dat de rechtbank niet heeft aangetoond dat het huwelijk van de ouders van de vrouw niet rechtsgeldig was. Het bewijsaanbod van het OM wordt gepasseerd, omdat er geen feiten zijn aangedragen die de stelling van het OM ondersteunen. Uiteindelijk vernietigt het hof de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van het OM af.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 22 december 2009 in de zaak met landelijk zaaknummer 200.030.975/01 van:
[…],
wonende te […],
APPELLANTE,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens te Den Haag,
t e g e n
HET OPENBAAR MINISTERIE,
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellante en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de vrouw en het OM genoemd.
1.2. De vrouw is op 16 april 2009 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 21 januari 2009 van de rechtbank te Alkmaar, met kenmerk 106669 / FA RK 08-1054.
1.3. Van de zijde van de gemeente Alkmaar heeft het hof op 8 september 2009 nadere stukken ontvangen.
1.4. De zaak is op 10 september 2009 ter terechtzitting behandeld.
1.5. Ter terechtzitting zijn verschenen:
- de vrouw, bijgestaan door R. Luttikhuizen, advocaat te Den Haag;
- de advocaat-generaal.
De gemeente Alkmaar is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
2. De feiten
2.1. De vrouw is geboren te Alkmaar [in] 1982. Zij is de dochter van [voornaam x] [X] en [voornaam y] [Y]. In de geboorteaangifte is als geslachtsnaam opgenomen de naam van de vader: [X].
2.2. In het kader van de echtscheidingsprocedure van de ouders van de vrouw heeft de rechtbank Den Haag in haar beschikking van 25 augustus 2006 beslist: ‘verklaart voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtgeldig huwelijk”.
3. Het geschil in hoger beroep
3.1. Bij de bestreden beschikking is op het verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Alkmaar de verbetering gelast van aktenummer 690 voorkomende in de registers van geboorten van de gemeente Alkmaar voor het jaar 1982, aldus dat de geslachtsnaam [X] wordt gewijzigd in [Y].
3.2. De vrouw verzoekt de beschikking waarvan beroep nietig te verklaren, althans te vernietigen en alsnog het verzoek af te wijzen.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1. Voor zover de grieven van de vrouw betrekking hebben op de gang van zaken in de procedure in eerste aanleg behoeven deze geen bespreking meer, aangezien het hoger beroep er mede toe dient fouten en omissies in eerste aanleg te herstellen.
4.2. Aan het hof ligt de vraag voor of de rechtbank op goede gronden heeft beslist dat de geboorteakte van de vrouw wordt verbeterd waardoor haar geslachtsnaam wordt gewijzigd.
4.3. De vrouw heeft in hoger beroep aangevoerd dat uit de beschikking van de rechtbank Den Haag niet kan worden afgeleid dat het huwelijk van haar ouders niet rechtsgeldig is verklaard. Daarnaast stelt zij dat zij door wijziging van haar geslachtsnaam een identiteitsverlies beleeft waardoor een niet gerechtvaardigde inbreuk wordt gemaakt op haar privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM.
4.4. Het hof stelt vast dat in de geboorteakte van de vrouw is vermeld dat zij de dochter is van de echtgenoten [voornaam x] [X] en [voornaam y] [Y] en dat haar geslachtsnaam [X] is. Ingevolge artikel 1:6 Burgerlijk Wetboek geldt dat de geslachtsnaam ten aanzien van een ieder dwingend wordt bewezen door de akte van geboorte. Dat niet is komen vast te staan dat tussen de ouders sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, zoals door de rechtbank Den Haag in haar beschikking van 25 augustus 2006 beslist, kan evenwel niet tot de conclusie leiden dat het huwelijk van de ouders nietig was dan wel dat er geen huwelijk tussen hen was. Nu van de zijde van het OM geen feiten of omstandigheden zijn gesteld ter ondersteuning van zijn stelling dat tussen de ouders geen (rechtsgeldig) huwelijk was, wordt het bewijsaanbod van het OM gepasseerd.
5. Beslissing
Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende:
wijst af het inleidend verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.G. Kemmers, C.G. Kleene-Eijk en J.J.M. Bruinsma in tegenwoordigheid van
mr. B.J. Schutte als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2009.