ECLI:NL:GHAMS:2009:BL3767

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.030.309/01 GDW
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tuchtrechtelijke klacht tegen gerechtsdeurwaarder inzake schoffering en inzicht in verschuldigde alimentatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. Klager, een inwoner van [plaats], had een klacht ingediend tegen gerechtsdeurwaarder [gerechtsdeurwaarder], die werkzaam is in [plaats]. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij hem van meet af aan heeft geschoffeerd, dat hij geen inzicht heeft gegeven in de verschuldigde hoofdsom en dat er geen inzichtelijke specificaties zijn verstrekt. De gerechtsdeurwaarder heeft de beschuldigingen betwist en aangevoerd dat hij klager op verschillende momenten wel degelijk heeft geïnformeerd over de alimentatiebetalingen en dat de contacten met klagers echtgenote constructief waren.

Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de communicatie tussen klager en de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft herhaaldelijk om uitleg gevraagd over de hoogte van het restant verschuldigde, maar de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat klager niet bereikbaar was omdat hij zijn telefoonnummer niet had achtergelaten. Het hof heeft vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder voldoende inzicht heeft verschaft over de opbouw van de verschuldigde alimentatie, maar dat er enige vertraging was in de reactie op klagers verzoek om specificaties vanwege vakantie van de gerechtsdeurwaarder.

Uiteindelijk concludeert het hof dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar gedrag van de gerechtsdeurwaarder. De klachten van klager zijn ongegrond verklaard, en de beslissing van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders is vernietigd. Het hof heeft de gerechtsdeurwaarder wel in overweging gegeven om tijdens zijn afwezigheid beter te zorgen voor opvolging van verzoeken van cliënten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en transparantie in de werkzaamheden van gerechtsdeurwaarders.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 1 december 2009 in de zaak onder nummer 200.030.309/01 GDW van:
MR. [gerechtsdeurwaarder],
gerechtsdeurwaarder te [plaats],
APPELLANT,
t e g e n
[klager],
wonende te [plaats],
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Ter griffie van het hof alhier is op 7 april 2009 ingekomen een verzoekschrift – met bijlagen – van de zijde van appellant, verder te noemen de gerechtsdeurwaarder, waarbij hij tijdig hoger beroep heeft ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, verder te noemen de kamer, van 24 maart 2009, waarbij de klacht van geïntimeerde, verder: klager, onder c. gegrond is verklaard onder oplegging van de maatregel van berisping en voor het overige ongegrond is verklaard.
1.2. Van de zijde van klager is op 4 mei 2009 een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 8 oktober 2009. Zowel klager als de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Zij hebben het woord gevoerd.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie alsmede van de hiervoor genoemde stukken.
3. De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
4. Het standpunt van klager
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat:
a) hij hem van meet af aan heeft geschoffeerd;
b) hij weigert hem inzicht te geven in de verschuldigde hoofdsom en geen inzichtelijke specificaties heeft verstrekt;
c) door diens toedoen nog steeds niet duidelijk is wat klager nog verschuldigd is.
5. Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder betwist de stellingen van klager en verweert zich als volgt:
a) de gerechtsdeurwaarder heeft klager nimmer geschoffeerd. De contacten met klagers huidige echtgenote verliepen zeer prettig en constructief;
b) de gerechtsdeurwaarder heeft klager op 31 mei 2007 via zijn advocaat en op 21 juli 2008 rechtstreeks aan klager specificaties verstrekt;
c) de gerechtsdeurwaarder heeft klager op 21 september 2008 een brief met een overzicht gestuurd waaruit de betalingen van klager bij de gerechtsdeurwaarder en waaruit de betalingen bij zijn ex-echtgenote blijken.
6. De beoordeling
6.1. Het hof is van oordeel dat de klachten zoals naar voren gebracht door klager geen doel treffen. Tijdens de mondelinge behandeling ter terechtzitting heeft klager – ten einde zijn stelling nader te onderbouwen – opgemerkt dat zijn vrouw en hij allang blij waren dat er een regeling was getroffen, maar dat zij zich gestoord hadden aan de belerende en kleinerende toon van de gerechtsdeurwaarder. Het hof acht dat – in samenhang met hetgeen door klager al eerder naar voren is gebracht en nog daargelaten dat een en ander door de gerechtsdeurwaarder is weersproken – onvoldoende om aan te nemen dat van een schoffering sprake is. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
6.2. Dat geldt ook voor klachtonderdeel b betreffende het geven van inzicht in de verschuldigde hoofdsom en het verschaffen van specificaties, alsmede klachtonderdeel c betreffende de verschuldigdheid van de betalingen. Het hof zal deze klachtonderdelen gezien de onderlinge samenhang, gezamenlijk behandelen.
Het hof stelt hierbij voorop dat de klacht door klager bij brief van 8 september 2008 bij de kamer is ingediend en ter terechtzitting van de kamer op 10 februari 2009 is behandeld. De gerechtsdeurwaarder is alstoen niet verschenen. Die aldus ingediende en behandelde klacht is de basis voor dit tuchtrechtelijke geschil. Latere ontwikkelingen tussen partijen spelen daarom geen rol bij de beoordeling.
Klager heeft ter terechtzitting als kern van deze klachtonderdelen aangegeven dat hij meermalen contact heeft gezocht met de gerechtsdeurwaarder om verdere uitleg over de hoogte van het restant verschuldigde, maar dat hij hem niet te spreken kon krijgen. De gerechtsdeurwaarder heeft daar tegen in gebracht dat aan klager verzocht is zijn telefoonnummer achter te laten, zodat hij terug gebeld zou kunnen worden. Klager heeft er echter om hem moverende redenen voor gekozen om dit niet te doen. Daarmee heeft hij zelf in de hand gewerkt dat hij niet bereikbaar was.
Het hof heeft eveneens bij zijn oordeel betrokken dat de brief van 20 april 2007 van de advocaat van de ex-vrouw van klager voldoende inzicht verschaft over de opbouw van de verschuldigde alimentatie. Daarna heeft klager op 21 juli 2008 nog een specificatie ontvangen, nadat klager daarom had verzocht. Gedurende de tussen liggende periode is de betalingsregeling onafgebroken nagekomen. Op 10 augustus 2008 heeft klager weer om een specificatie verzocht, waarna klager op 8 september 2008 zijn klacht heeft ingediend bij de kamer. Pas op 22 september 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op het verzoek van klager gereageerd, met als verontschuldiging dat hij in de periode van binnenkomst van de brief van 10 augustus 2008 met vakantie was.
Het hof concludeert hieruit dat tot aan de indiening van de klacht geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar gedrag, maar geeft de gerechtsdeurwaarder wel in overweging ervoor zorg te dragen dat gedurende zijn vakantieperiode op verzoeken als het onderhavige wordt gereageerd. Alles overziend is het hof van oordeel dat de klachten ongegrond zijn. Nu het hof tot een ander oordeel is gekomen dan de kamer, kan de beslissing van de kamer niet in stand blijven.
6.3. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan, als in het bovenstaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
6.4. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
7. De beslissing
Het hof:
- vernietigt de bestreden beslissing, en, opnieuw rechtdoende,
- verklaart de klachten ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. L. Verheij, A.L.G.A. Stille en L.J. Saarloos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 1 december 2009 door de rolraadsheer.
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 24 maart 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 410.2008 ingesteld door:
[ ],
wonende te [plaats],
klager
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
Verloop van de procedure
Bij brief met bijlagen van 8 september 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.
Klager heeft de Kamer ter informatie nog door hem aan beklaagde gezonden brieven toegezonden van 23 september 2008 en 18 oktober 2008.
Bij brief met bijlagen ingekomen op 23 september 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 februari 2009 alwaar klager is verschenen.
Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De Kamer heeft de behandeling aangehouden en de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid gesteld een kopie van de titel te overleggen alsmede een specificatie te verschaffen van de verschuldigde hoofdsom, rente en kosten en alle betalingen.
Bij brief met bijlagen ingekomen op 27 februari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder stukken in het geding gebracht.
De uitspraak is bepaald op 24 maart 2009.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.
a) Ingevolge een opdracht heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager op 30 mei 2007 een echtscheidingsvonnis betekend. Bij de betekening is bevel gedaan tot betaling van de achterstand in de alimentatiebetalingen.
b) Met klager is een betalingsregeling getroffen waaraan hij heeft voldaan.
c)Bij fax van 31 mei 2007 heeft de advocaat van klager, mr. [ ], (hierna: de advocaat) aan de gerechtsdeurwaarder de juistheid van de hoofdsom betwist en om een specificatie verzocht.
d) Bij fax van 31 mei 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder aan de advocaat de gevraagde specificatie toegezonden in de vorm van een door de advocaat van de ex-echtgenote van klager aan de advocaat gestuurde fax van 20 april 2007. Daarbij is meegedeeld dat klager in totaal € 7.609,77 is verschuldigd, inclusief betekeningskosten, dat in het door de advocaat gehanteerde bedrag de maand mei 2007 niet is meeberekend, die wel verschuldigd is en dat de door de advocaat gehanteerde indexering niet klopt.
e) Op 21 juli 2008 heeft klager telefonisch contact gehad met de gerechtsdeurwaarder en daarin verzocht om een specificatie. Op 21 juli 2008 is een specificatie aan klager gezonden.
f) In een brief van 7 augustus 2008 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om een meer uitgebreide specificatie. Omdat klager daarop geen reactie ontving heeft hij de onderhavige klacht ingediend.
2. De klacht
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder – samengevat - dat:
a) hij hem van meet af aan heeft geschoffeerd;
b) hij weigert inzicht te geven in de verschuldigde hoofdsom en geen inzichtelijke specificaties verstrekt;
c) door diens toedoen nog steeds niet duidelijk is wat klager nog verschuldigd is.
Klager verzoekt de Kamer duidelijkheid te scheppen omtrent het bedrag dat hij nog verschuldigd is.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt – samengevat - dat
a) wel degelijk specificaties zijn verstrekt en wel op 31 mei 2007 aan de advocaat van klager en aan klager op 21 juli 2008;
b) klager nimmer is geschoffeerd en dat in tegendeel de contacten met zowel klager als diens huidige echtgenote zeer prettig en constructief verliepen;
c) de brief van klager van 7 augustus 2008 niet is ontvangen maar wel een brief van 10 augustus 2008 met dezelfde inhoud. In reactie daarop heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 21 september 2008 een brief met een overzicht gestuurd waaruit de betalingen bij de gerechtsdeurwaarder en bij de ex-echtgenote blijken.
4. Beoordeling van de klacht.
4.1. Op grond van artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet is de gerechtsdeurwaarder aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt.
4.2. Tegenover klagers enkele stelling dat hij in contacten met de gerechtsdeurwaarder is geschoffeerd staat de gemotiveerde betwisting door de gerechtsdeurwaarder. Gelet hierop en op het feit dat met klager een betalingsregeling is afgesproken welke ook goed is nagekomen, bestaat er geen aanleiding om aan te nemen dat klager meermalen zou zijn geschoffeerd door (of namens) de gerechtsdeurwaarder. Voor zover er problemen zouden bestaan of zouden zijn ontstaan met of door klagers (volgens klager bij de gerechtsdeurwaarder werkzame) zoon valt een oordeel daarover buiten de beoordelingsbevoegdheid van deze Kamer. Er is immers niet gebleken dat die problemen zich binnen de verantwoordelijkheid van het (kantoor van) de gerechtsdeurwaarder hebben voorgedaan. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
4.4. Naar aanleiding van klagers brief van augustus 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op 22 september 2008 een nieuw overzicht aan klager gezonden. Uit dit overzicht is zonder nadere toelicht –die ontbreekt- nog steeds niet duidelijk wat klager nu vanaf januari 2006 verschuldigd was, wat hij daadwerkelijk heeft betaald en op basis waarvan het geïndexeerde bedrag (ook) verschuldigd is.
De overzichten in het dossier zijn bepaald niet helder.
4.5 De specificatieoverzichten van de gerechtsdeurwaarder zijn niet inzichtelijk. Van de gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij bij betwisting van de hoogte van het te executeren bedrag, inzicht biedt in hetgeen op basis van de titel is verschuldigd. Een dergelijke specificatie dient inzichtelijk te zijn, zodanig dat het resultaat controleerbaar is. Voor zover van toepassing dient duidelijk te zijn wat de hoofdsom is, welke termijnen zijn voldaan en welk geïndexeerd bedrag op basis van de titel (nog) verschuldigd is.
4.6 De Kamer constateert dat aan het voorgaande niet is voldaan. Tevens is niet voldaan aan het verzoek, als genoemd in de brief van de secretaris d.d. 17 februari 2009, om een compleet overzicht van de vordering en de betalingen te overleggen. Hij heeft daarmee de gerezen onduidelijkheid over de omvang van de vordering laten voortduren en de Kamer niet goed geïnformeerd. Dit onderdeel van de klacht acht de Kamer daarom gegrond.
5. De Kamer ziet aanleiding tot het opleggen van een maatregel, omdat van een gerechtsdeurwaarder verwacht mag worden dat een vordering deugdelijk kan specificeren, zeker als hem daarom bij herhaling is verzocht.
6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:
- verklaart klachtonderdeel c gegrond;
- legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en J.P.J.J. Timmermans (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 maart 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.